Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 04-07-2018

Chalmers

betekenis & definitie

Onder dezen naam vermelden wij:

George Chalmers, een Engelsch geschiedschrijver. Hij werd geboren in 1742 te Fochabers in het Schotsche graafschap Murray, studeerde te Aberdeen en te Edinburg in de regten, vertrok naar Noord-Amerika en vestigde zich te Baltimore. Bij het uitbarsten van den opstand koos hij de zijde der ministeriéle partij. In 1775 keerde hij naar Engeland terug en aanvaardde er in 1786 eene betrekking bij het ministérie van Handel en Koloniën, waarna hij in 1825 overleed. Van zijne geschriften noemen wij: „Political annals of the united colonies (1780)”, — „On the comparative strenght of Great-Britain during the present and preceeding reigns (1782)”, — en „Caledonia, or a topographical history of North-Britain (1807, 4 dln)”. Voorts heeft hij onderscheidene levensbeschrijvingen van merkwaardige personen geleverd.

Alexander Chalmers, een zoon van den voorgaande. Deze verdienstelijke levensbeschrijver en kunstregter, werd in 1759 te Aberdeen geboren en strekte aanvankelijk tot steun aan de dagbladpers te Londen. Zijn eerste werk van belangrijken omvang was zijn „General biographical dictionary (1812—1817, 32 dln met meer dan 9000 artikels)”. Voorts vermelden wij zijne „History of the university of Oxford (1810, 2 dln)”, — en zijn „British poets from Chaucer to Cowper(1810, 21 dln)”. Daarenboven heeft hij van onderscheidene Engelsche werken nieuwe uitgaven bezorgd. Hij was lid van het Koninklijk Genootschap van Wetenschappen enz., en overleed den 18den December 1834.

Thomas Chalmers, den meest-gevierden kanselredenaar der Presbyteriaansche Kerk in Schotland. Hij werd geboren den 17den Maart 1780 te Anstruther in het Schotsche graafschap Fife, studeerde in de wis- en natuurkunde, alsmede in de theologie en werd, nadat hij eerst op het land een predik-ambt had waargenomen, achtereenvolgens beroepen te Edinburg en te Glasgow. Zijne prediking was aanvankelijk geheel rationalistisch, doch ademde tevens zedelijken ernst en een vurigen ijver voor regt en waarheid, voor reinheid van wandel en onbekrompene menschlievendheid. Eene langdurige ongesteldheid bragt hem echter later op een meer evangelisch standpunt. Niettemin bleef hij de zelfstandigheid der wetenschap handhaven, en zijn redekunstig betoog verraadt den beoefenaar der wiskunde. Vooral zag hij zijn roem vermeerderd door zijne zeven leerredenen over het verband van de sterrekunde met den Bijbel. In 1823 werd hij hoogleeraar in de zedekunde te St. Andrews, en in 1825 te Edinburg. Gedurende zijne laatste levensjaren werkte hij met ongemeene kracht aan de uitbreiding van zijne Nationale Kerk. Toen de Regéring zijn eisch, dat de Dissenters tot onderhoud der Staatskerk zouden bijdragen, van de hand wees, gordde hij zich openlijk tegen haar ten strijd, vooral in het voorjaar van 1828, door 6 voorlezingen, die hij te Londen hield. Intusschen krenkte hij door zijn verbond met de Tories de vrienden der Presbyterianen. Weldra trad Chalmers met nog hoogere eischen te voorschijn, en het gevolg daarvan was in 1843 de scheiding van zijn Kerkgenootschap van den Staat. Zoo ontstond de Vrije Schotsche Kerk, waarvan Chalmers de ziel bleef, totdat hij op den 31sten Mei 1847 overleed. Van zijne geschriften vermelden wij: „The evidence and authority of the Christian revelation (1817)”, — „Discourses on astronomy (1817)", — „Commercial discourses (1818)”, — en „Occasional discourses (1818)”. Zijne achtergelatene handschriften zijn door den boekhandelaar Constaple te Edinburg voor 10000 pond sterling gekocht, en onder den titel „Posthumous works (1847)” in het licht gegeven.

< >