Ceremoniëel (Het) noemt men het geheel der gebruiken, bij openbare plegtigheden in zwang. Iets dergelijks is aan het Hof de étiquette en op kerkelijk gebied de ritus (zie onder deze beide woorden). Men heeft een staats- en hof-ceremoniëel en een volkerenregtelijk ceremoniëel.
Het eerste wordt door elken Staat vastgesteld, en het tweede is afhankelijk van oude gewoonten, zooals het saluéren op zee, het bepalen der maatregelen, die bij eene zamenkomst van souvereinen moeten in acht genomen worden, enz. Aan de vorstelijke hoven heeft men ceremonie-meesters, belast met eene juiste regeling der plegtigheden bij de krooning, het huwelijk, de begrafenis enz., waarbij het eene hoofdzaak is, dat aan ieder persoon, die er aan deelneemt, de plaats wordt aangewezen die hem toekomt. Aan de Europésche hoven werd het ceremoniëel, naar het voorbeeld van het Byzantijnsche hof, reeds door Karel de Groote in gebruik gebragt. Het verspreidde zich meer algemeen door het huwelijk van keizer Otto II met de Grieksche vorstin Theophania, en vooral in den tijd van Karel V. Eerst in den laatsten tijd zijn de omslagtige vormen van het ceremoniëel aanmerkelijk vereenvoudigd, hoewel Napoleon I ze met gestrengheid aan zijn hof wilde gehandhaafd zien. Het bloeit nog altijd aan de hoven van het Oosten, vooral in China.