Cayenne, de hoofdstad en tevens de eenige stad in de kolonie Fransch-Guyana, ligt aan de noordwestkust van het eiland Cayenne, dat ten noorden door de zee, ten oosten door den mond der Oyac, ten westen door den mond der Cayenne-rivier en ten zuiden door een kanaal, hetwelk die beide rivieren verbindt , begrensd wordt.
Het eiland heeft een omtrek van nagenoeg 63/4 mijl, is heuvelachtig in het noorden, laag in het zuiden en in den regentijd zeer vochtig. De stad is aan de zeezijde door sterke verdedigingswerken en aan de landzijde door moerassen en wouden beveiligd. De oudstad heeft kromme, naauwe straten, doch de nieuwstad is luchtig aangelegd en met fraaije huizen versierd. Tusschen die beiden ligt de Place d’Armes, die met oranjeboomen is beplant. De haven aan den mond der Cayenne is zeer goed, maar alleen voor kleine schepen toegankelijk, terwijl de grootere in den mond der Oyac ten anker gaan.
Het vochtige klimaat der stad wordt niet voor ongezond gehouden; er zijn 6000 inwoners en men vindt er verschillende regtbanken, kazernes, een hospitaal, eene regéringsdrukkerij, een acclimatisatie-tuin enz. Voorts is er een belangrijke handel, vooral met het moederland; hoofdzakelijk verfhout, kruidnagels, alsmede wat suiker, koffij en cacao worden er uitgevoerd.
De stad is in 1626 door eene kolonie uit Rouen gesticht, die door nieuwen toevoer gedurig werd versterkt. lntusschen verlieten de Franschen deze volkplanting in 1654, waarna zich de Engelschen van haar meester maakten, doch ze ook in 1664 weder ontruimden. In 1676 namen de Hollanders haar in bezit, maar werden een jaar later door de Franschen verdrongen. Nu zorgde de Fransche regéring beter voor hare kolonie, en de minister Choiseul zond eene belangrijke expeditie derwaarts. Van 1809 tot 1814 behoorde de stad aan de Engelschen en Portugézen, en daarna viel zij weder aan Frankrijk ten deel. In de dagen der Fransche omwenteling en ook na 1852 is de naam van Cayenne, als die eener menschenmoordende verbanningsplaats, berucht geworden. In de stad Cayenne zijn echter sedert 1854 geene bagno’s meer, en de ballingen worden er over verschillende plaatsen der kolonie verdeeld (zie verder onder Guyana).