Cau is de naam van een Zeeuwsch geslacht, sedert de 16de eeuw te Zierikzee gevestigd. Daartoe behoorden:
Bartholomaeus Cau, die in 1568 door Alva gebannen werd als een aanhanger der Hervorming. Weldra echter keerde hij in het Vaderland terug en werd in 1579 burgemeester van Zierikzee, welke waardigheid hij nog 5-maal bekleedde. Hij overleed den 11den Junij 1603, nadat zijn zoon Nicolaas in 1599 burgemeester van Zierikzee en in 1601 rekenmeester van Zeeland was geworden. Een zoon van laatstgemelde, Mr. Iman Cau, geboren den 17den Januarij 1601, was in 1644 tegelijk met Willem Dedel griffier van den Hoogen Raad van Holland, Zeeland en West-Friesland. Hij overleed den 13den Julij 1683, en zijn zoon Nicolaas Cau werd raad en pensionaris, secretaris en in 1673 burgemeester van Zierikzee.
Cornelis Cau. Deze, geboren te Middelburg den 21sten Mei 1616, studeerde in de regten, werd advocaat voor het Provinciaal Hof te ’s Hage en voor de Chambre Mipartie te Mechelen. Hij heeft de eerste 2 doelen uitgegeven van eene verzameling van plakkaten* getiteld „Groot Placaetbook, vervattenden de Placaten, Ordonnantiën en Edicten van de Hoog Mog. Heeren Staten-Generaal der Vereenigde Nederlanden en van de Ed. Groot Mog. Heeren Staten van Hollandt en West-Vrieslandt, midsgaders van de Ed.
Mog. Heeren Staten van Zeelandt, waarbij nog gevoecht zijn eenige Placaten van de voorgaande Graven ende Prinsen derselve Landen voor zooveel deselve alsnoch in gebruyck zijn (1658 en 1664)”. Dit werk is vervolgd door Simon van Leeuwen tot 1682, door Mr. Jacobus Schéltus tot 1700, door Mr. Paulus Schelius tot 1720, door Mr. Isaäc Schéltus tot 1750 en door Didericus Lulius en Mr. Jóhan van der Linden tot 1794, zoodat het geheele werk nu 9 folio-deelen beslaat.
Voorts heeft het geslacht Cau onderscheidene regtsgeleerden en zee-officieren opgeleverd, die zich in aanzienlijke betrekkingen jegens het Vaderland hebben verdienstelijk gemaakt.
