Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 02-07-2018

Cate

betekenis & definitie

Cate (Ten). Onder dezen naam vermelden wij:

Gerhardus ten Cate, geboren te Nede in 1699. Hij studeerde te Deventer en te Utrecht en werd in 1725 hoogleeraar in de wijsbegeerte aan de hoogeschool te Lingen, in 1728 te Deventer en in 1745 in de godgeleerdheid en Oostersche talen, later ook in de kerkgeschiedenis, te Harderwijk, en overleed den 28sten November 1749. Hij heeft onderscheidene Latijnsche verhandelingen en gedichten in het licht gegeven, van welke wij noemen: „Carmen de rebus et moribus Belgarum”, — „Epistola ad Leon. Offerhausum etc”, — „Laudes domini J. C.”, — en „Opuscula theologica et poëtica”.

Wolter ten Cate, een uitstekend bevorderaar der nijverheid. Hij behoorde tot de familie van dien naam, welke, afkomstig van de boerderij ten Cate of ten Kate bij Zenderen tusschen Borne en Almelo, in de 18de eeuw het R. K. Kerkgenootschap verliet, om zich bij de Doopsgezinden aan te sluiten — eene familie, wier nakomelingen ook thans nog bij een groot aantal Doopsgezinde gemeenten worden gevonden —, en werd geboren te Hengelo in Overijssel den 28sten Augustus 1701.

Hij was de eerste, die in zijne geboorteplaats eene damastweverij invoerde en het weven in zwang bragt van eene bont katoenen stof, onder den naam van Hengelsch bont bekend. Voorts heeft hij de grondslagen gelegd voor het duurzaam bestaan der Doopsgezinde gemeente te Hengelo, hoewel hij, om niet tot leeraar te worden gekozen, lid bleef van die te Borne.

Nu echter werd hij hier ter plaatse tot leeraar gekozen (1736) en hij bekleedde die betrekking met de meeste naauwgezetheid. De sociëteit der Oud-Vlamingen verkoos hem voorts in 1756 tot algemeenen opziener, en hij bleef het tot aan zijn dood op den 8sten Augustus 1796. Hij genoot wegens zijne schranderheid, eenvoudigheid, opregtheid en weldadigheid de algemeene achting, en nog heden ten dage wordt in Twente Wolter-oom met eerbied herdacht.

Steven Blaupot ten Cate, inspecteur van het Lager Onderwijs in de provincie Groningen. Hij werd geboren te Noordbroek, den 29sten Januarij 1807, studeerde aan het Seminarium der Doopsgezinden te Amsterdam en ontving in 1830 een beroep naar de Doopsgezinde gemeente te Akkrum, vanwaar hij in 1839 naar die te Zaandam vertrok.

Wegens redenen van gezondheid legde hij deze betrekking neder in 1848, vestigde zich te Hoogezand en werd in 1851 gekozen tot lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, waar hij veel werk maakte van de vraagstukken omtrent het armwezen, het onderwijs en de slaven-émancipatie. Hij behoorde er tot de partij der vrijzinnigen. In 1859 aanvaardde hij de betrekking van inspecteur van het Lager onderwijs in de provincie Groningen, die hij bij voortduring waarneemt.

Blaupot ten Cate heeft zich inzonderheid groote verdiensten verworven door zijne onvermoeide , uitgebreide en naauwkeurige nasporingen omtrent de geschiedenis der Doopsgezinden in ons Vaderland. De vruchten daarvan gaf hij in de belangrijke geschriften „Geschiedenis der Doopsgezinden in Friesland (1839)”, „Geschiedenis der Doopsgezinden in Groningen, Overijssel en Oostfriesland (1842, 2 dln), en „Geschiedenis der Doopsgezinden in Holland, Zeeland, Utrecht en Gelderland (1847,2 dln)”.

Ook schreef hij „Geschiedenis van Nederlands zeevaart en handel (1836),” — „Armwezen en armverzorging (1851)” — beide bekroond door de Maatsch. tot Nut v. 't Algemeen, — „Het uitbreiden der welvaart te Zaandam”, bekroond door het Departement dier Maatschappij tot Nut van 't Algemeen aldaar, — „De opkomst van de veenkoloniën Hoogezand en Sappemeer, (1854)”, — „De Wet op het lager onderwijs toegelicht „(1868)”, —„Handleiding tot de kennis dier Wet voor hulponderwijzers en kweekelingen, (1871)” en vele kleinere stukken, en gaf met Mr. W.de Sitter uit: „Tijdschrift voor het Armwezen" in 10 deelen (1852—1865).

In 1859 werd hij benoemd tot ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw. Voorts is hij lid van de Maatsch. der Ned. Letterkunde te Leiden, van het Prov. Utrechtsch en van het Zeeuwsch Genootschap van Wetenschappen.

< >