Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 02-07-2018

Caprifoliaceën

betekenis & definitie

Caprifoliaceën is de naam eener plantenfamilie, die kruiden of heesters, meestal met windende stengels, omvat. De bladeren zijn tegenovergesteld, zittend (en dan veelal zamengegroeid) of gesteeld, gaaf, zelden ingedeeld.

De bloemen zijn op verschillende wijzen gerangschikt; de kelkbuis is met het vruchtbeginsel vergroeid en heeft een 5-deeligen zoom. De bloemkroon is trechter- of radvormig en bezit een 5-spletigen, somtijds 2- lobbigen zoom. De meeldraden zijn niet alle even lang en de helmknoppen van hokjes voorzien. Het vruchtbeginsel is onderstandig en 2- tot 5-hokkig, de stijl enkelvoudig of afwezig, en de stempels zijn 2-, 3- of 5-lobbig. De vrucht is eene vleezige of drooge, doorgaans veelhokkige bes.

Tot deze familie behoort het geslacht Lonicera L. met een korten, 5-tandigen kelkzoom, eene trechtervormige bloemkroon met een 5-spletigen, vaak 2-lippigen zoom en 2- of 3- hokkige bessen. Van zijne soorten is de tuinkamperfoelie (Lonicera Caprifolium L.) het meest bekend. Deze heester heeft een windenden stengel; de bovenste bladparen zijn aan den voet zamengegroeid, de tot hoofdjes vereenigde roodachtige of geelachtige bloemen zijn welriekend, en de bessen rood. Onze afbeelding vertoont daarvan een tak op ⅓de der natuurlijke grootte. Onze inheemsche wilde kamperfoelie (L. Periclymenum L.) onderscheidt zich door hare niet-zamengegroeide bladeren. Eindelijk vermelden wij nog L. tartarica L., een sierlijken heester met licht- of donkerrozenroode bloemen, die in de tuinen wordt aangekweekt. De verschillende kamperfoelie-soorten dienen vooral tot dekking van priëelen.

< >