Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 02-07-2018

Camphine

betekenis & definitie

Camphine is de naam van eene olieachtige vloeistof, die men verkrijgt door het distilleren van een mengsel van kamfer en iodium.

Zij werd het eerst verkregen door Claus in 1842. Wanneer men bovengenoemde zelfstandigheden vermengt, en na verloop van eenige dagen distilleert, dan verkrijgt men eene vloeistof, die 2 lagen vormt; de bovenste bevat eene bruine olie, welke men door distillatie rectificeert, en in het gedeelte, dat beneden 180° C. overgaat, is de camphine aanwezig. Men schudt het om met eene sterke kali-loog en distilleert het daarna over een mengsel van kalk en kali, en de laatste sporen van jodium verwijdert men door rectificatie over natrium.

In zuiveren toestand is de camphine eene kleurlooze, dunvloeibare olie, wier reuk naar dien van foelie en terpentijn-olie zweemt. Zij is ligter dan water, kookt tusschen 167° en 170° C., brandt met eene lichtgevende, walmende vlam, en lost niet op in water en spiritus, maar wel in alkohol, aether, terpentijn-olie en petroleum.

In den jongsten tijd heeft men echter onderscheidene lichtgevende stoffen met den naam van camphine bestempeld, bijvoorbeeld vele soorten van photogeen, mengsels van terpenpijn-olie en wijngeest en vooral gezuiverde terpentijn-olie. Die zuivering geschiedt door distillatie over kalk of chloorkalk, waardoor de olie zelve weinig verandering ondergaat, terwijl de bijgemengde bestanddeelen verwijderd worden.

Men vermengt de olie met dezelfde hoeveelheid water en voegt er een 50ste gewigtshoeveelheid gebluschten kalk bij, waarna men voortgaat met distilleren zoolang er nog oliedroppels overgaan. Het destillaat vormt 2 lagen, en de bovenste van deze is de camphine. Zij wordt van de onderste laag afgezonderd en is dan gewoonlijk nog troebel wegens de daarin aanwezige waterdroppels, weshalve men ze omschudt met versch-gebrande gips, laat bezinken en dan door vloeipapier filtreert.

Men lost ook wel chloorkalk op in 50-maal zooveel gewigt aan water en laat de oplossing helder worden, waarna men er 1 ½ maal het gewigt aan terpentijn-olie bijvoegt en tot de distillatie overgaat. Ook dan wordt het bovenste gedeelte van het distillaat met gips behandeld en gefiltreerd. Bij deze methode zijn door de werking der chloor geringe hoeveelheid terpentijn-olie eenigzins omgezet, waardoor de camphine een aangenamen geur verkrijgt.

In de open lucht wordt de camphine na verloop van eenigen tijd geel en dik. In vergelijking met andere lichtgevende stoffen, die tegenwoordig in groote hoeveelheid uit bruinkolen verkregen worden, zooals photogeen en solar-olie, is de camphine duur, weshalve haar verbruik aanmerkelijk vermindert. In daartoe bestemde lampen met eene sterke luchttrekking geeft zij veel licht, maar bij het geringste gebrek veel walm.

Ook is het gebruik van camphine niet zonder gevaar, daar uit terpentijnolie-damp en dampkringslucht ontplofbare mengsels kunnen ontstaan, die wel eens aanleiding hebben gegeven tot onheilen.

< >