te voren door de Grieken Agylla geheeten, was eene oude Pelasgisch-Tyrrheen- sche stad, waarin zich ook Tuscers vestigden, — van daar haar twee namen. Zij behoorde tot het twaalftal Etruscische steden, was door hechte muren omgeven en diende tot verblijfplaats aan koning Mezentius. Zij bloeide bij het ontstaan van het Romeinsche rijk en ontving van dit laatste het burgerregt. Langzamerhand echter verminderde hare welvaart, die ten tijde van Sulla reeds geheel verdwenen was.
Terwijl er voorheen een groote hoeveelheid graan en wijn ter markt werd gebragt en de handelslieden uit Caere bij de Grieken zeer in aanzien waren, vindt men nu op de plaats der voormalige stad het geringe dorp Cervetro. Hare haven was weleer Pyrgi, het tegenwoordige San Severo. In hare nabijheid waren druk bezochte warme baden, thans bij het dorp Celi of volgens anderen Bagni del Sasso.