Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 02-07-2018

Caen

betekenis & definitie

de hoofdstad van het Fransche departement Calvados in het voormalige Neder- Normandië, ligt aan den spoorweg van Parijs naar Cherbourg, aan het vereenigingspunt van de Odon met de bevaarbare Orne, een paar geogr. mijlen van de zee en is met deze verbonden door middel van een kanaal, dat aan schepen van 100 last gelegenheid geeft, om de stad te bereiken. Men heeft er eene half verwoeste citadel, doch de stad ligt naar alle kanten open en is versierd met prachtige tuinen en wandelplaatsen, groote pleinen, fraaije straten en merkwaardige gebouwen. Van de pleinen noemen wij het Keizersplein met het raadhuis en het bronzen standbeeld van Lodewijk XIV, en van de kerken onderscheiden zich de Slotkerk als de oudste en de St. Pieterskerk door haar sierlijken toren, terwijl in de St.

Stephanus-abtdij het stoffelijk overschot rust van haren stichter, namelijk van Willem de Veroveraar. Andere merkwaardige gebouwen zijn het paleis van Justitie met eene kolonnade, de schouwburg, de beurs en een oud kasteel. Voor wetenschap, kunst, nijverheid en behoefte wordt gezorgd door eene académie met 3 faculteiten, een collége, een muséum voor natuurlijke historie met de verzameling van Dumont d' Urville, een natuurkundig kabinet, een chemisch laboratorium, eene boekerij met 50000 deelen, een botanischen tuin, eene zeevaart-, bouw-, nijverheids- en teekenschool, door een instituut voor doofstommen, 3 hospitalen en onderscheidene wetenschappelijke vereenigingen, zooals voor geneeskunde, voor oudheidkunde, voor landbouw, voor handel, voor muziek enz. Het aantal inwoners bedraagt er nog geen 50000, en de vervaardiging van kant (blondes de fil, de soie noires et de soie blanches) verschaft er werk aan vele vrouwen; — voorts maakt men er een groot aantal modeartikelen, zooals sluijers, shawls, katoenen en linnen stoffen, leder, spijkers enz., en er bestaan groote vijlen-, tabaks-, speelkaarten-, behangselpapier- en porseleinfabrieken. Daarenboven, vermelden wij de bloemkweekerij, de bierbrouwerij, de oestervangst en de zeevisscherij als belangrijke bronnen van bestaan, die hare voortbrengselen bezorgen aan eene druk bezochte weekmarkt en eenige belangrijke jaarmarkten. De handel bloeit er, en men vindt er eene geregelde stoomvaart op Havre. Caen is de zetel van het departementaal bestuur, — voorts vindt men er een hof van appèl, twee vredegeregten, eene handelsregtbank enz.

Deze stad, in het Latijn Cadomus genaamd, is gesticht door Willem de Veroveraar en was steeds de hoofdstad van Neder-Normandië. De oude hertogen van dit gewest hielden er veelal hun verblijf. In 1091 werd er de vrede gesloten tusschen hertog Robert III en de Engelschen. Caen was gedurig de twist-appel tusschen de Franschen en Engelschen, en werd meermalen belegerd en veroverd. Na 1417 was zij 41 jaar lang in de magt der Engelschen, en in dien tijd verrees er de universiteit (1436) op last van Hendrik VI. In 1562 viel zij in handen der Hugenoten, hoewel deze zich spoedig weder onderwierpen aan den koning. Later maakten de Hervormden, ondersteund door Coligny, zich meester van het kasteel. Ten tijde der Fransche omwenteling en na den val der Girondijnen (1793) wilden deze, onder aanvoering van generaal Wimpfen, te Caen een opstand beproeven tegen de Jacobijnen, die echter geheel en al mislukte.

< >