een uitstekend Romeinsch blijspeldichter, was een slaaf uit het land der Insubriërs in Opper-Italië en overleed omstreeks het jaar 168 vóór Chr. Hij hield zich vooral bezig met de bewerking der comische stukken van nieuwere Attische dichters, bepaaldelijk van Menander, en oogstte daardoor grooten bijval. Cicero noemde hem den besten blijspeldichter van Rome.
Van zijne talrijke werken — men kan nagaan, dat hij althans 40 blijspelen geschreven heeft — bezitten wij slechts verstrooide gedeelten, verzameld in de „Fragmenta Comicorum (Amsterdam 1806)” en in de door Sprengel uitgegevene „C. Caecilii Statii deperditorum fabulorum fragmenta (München 1829).”
