Brunehilde, in 566 na Chr. gehuwd met Siegebert I van Austrasië, was eene dochter van Athanagild, koning der West-Gothen. Zij was eene schoone en schrandere, maar tevens een heerschzuchtige en listige vrouw, die uit wraakzucht haren echtgenoot er toe bragt om, wegens het vermoorden van hare zuster Galsuintha, de echtgenoote van Chilperic, door Fredegonde, tegen zijn broeder Chilperic oorlog te voeren. Siegebert streed aanvankelijk voorspoedig, maar viel in het leger te Vitry door sluipmoord. Brunehilde werd door Chilperic gevangen genomen en naar Rouaan gebragt, waar zij de echtgenoote werd van Merwig, een der zonen des overwinnaars. Deze ontbond weldra dien echt, en Merwig kwam om het leven. Brunehilde bereikte Metz, waar haar zoon Childebert onder de hoede van zijn oom Guntram koning was.
Zij verschafte zich de voogdijschap over haren zoon en wist zijn gezag tegen over de aanzienlijken in Austrasië te handhaven. Vruchteloos verwekte Fredegonde, die na het vermoorden van haren gemaal (584) in naam van haren zoon Chlotarius regeerde een oorlog tegen haar; Brunehilde ontkwam zelfs aan de tegen haar uitgezondene sluipmoordenaars en overleefde hare vijandin (598). Maar toen zij na het overlijden van haren zoon zich de voogdijschap over diens zonen Theodebert en Theoderik zocht te verschaffen, kwamen de aanzienlijke Austrasiërs in opstand, zoodat zij zich genoodzaakt zag de wijk te nemen naar haren jongeren kleinzoon Theoderik in Bourgondië, waarna zij dezen aanspoorde om zijn broeder te beoorlogen. Theoderik zegepraalde en Theodebert werd gevangen genomen en gedood. Doch de overwinnaar overleed een jaar daarna (613), en nu stond Chlotarius II van Soissons tegen haar op, versloeg haar leger en nam haar zelve en hare achterkleinzonen gevangen. Door zijne moeder Fredegonde in woede ontstoken deed hjj haar, als de moordenares van 10 vorsten, 3 dagen pijnigen, daarna op een kameel door het leger rondleiden, toen met één arm en één been aan den staart van een wild paard binden, en eindelijk het verminkte ligchaam verbranden en de asch naar alle zijden verstrooien.
Ook de Koningin van Isenland, de gemalin van Gunther, koning der Bourgondiërs, droeg dien naam (zie Nibelungen-lied).