Onder dezen naam vermelden wij:
Karl Pawlowitsj Brüllow, een uitstekend Russisch historieschilder. Hij werd in 1799 geboren te Petersburg, ontving zijne opleiding aan de academie aldaar en begaf zich in 1823 op kosten des Keizers naar Rome. Hier vervaardigde hij onder anderen zijn voortreffelijk stuk "De verwoesting van Pompéji” naar de voorstelling van Plinius, dat zich door een levendig koloriet onderscheidt en thans het winterpaleis van den Czaar versiert. Hij werd Keizerlijk hofschilder, lid van de Academie van schoone kunsten te Petersburg en honorair lid van die te Bologna en te Milaan.
Na zijn terugkeer in Rusland schilderde hij vele uitmuntende portretten en andere stukken. In 1835 volbragt hij eene reis door Griekenland, Turkije en Palaestina en schetste er een aantal landschappen, die in de reisbeschrijving van Dawydow (1839—1840) zijn opgenomen. Voorts schilderde hij eene “Hemelvaart” voor de Kasansche hoofdkerk te Petersburg, en ook in andere kerken leverde hij fraaije doeken. Daarenboven was hij werkzaam als hoogleeraar aan de Russische Academie van schoone kunsten, en hjj overleed den 23sten Junij 1852 te Marciano bij Rome, waar hij herstelling zocht van zijne geschokte gezondheid.
Alexander Pawlowitsj Brüllow, een Russisch bouwkundige en een jonger broeder van den voorgaande. Hij oefende zich in de architectuur aan de academie te Petersburg, vergezelde zijn broeder op diens eerste reis naar Rome en werd na zijn terugkeer te Petersburg aldaar benoemd tot hoogleeraar in de bouwkunde. Toen in 1838 het Keizerlijk winterpaleis eene prooi der vlammen werd, bestuurde hij met den architect Strassow de herstelling van dat gebouw. Voorts heeft hij den grooten schouwburg, de sterrewacht, de St. Pieterskerk enz. te Petersburg doen verrjjzen, alsmede zeer smaakvolle villa’s op de Newa- eilanden. Hjj overleed te Petersburg in 1861.