Bruid

betekenis & definitie

Bruid noemt men de aanstaande gehuwde vrouw, te beginnen van den tijd, waarop zij met haar aanstaanden man, die alsdan bruidegom wordt, bij den burgerlijken stand als ondertrouwd is ingeschreven, tot aan het oogenblik der huwelijksvoltrekking door den ambtenaar van den burgerlijken stand. Bruidsjuffers zijn de speelnooten der bruid,die haar in de bruidsdagen met allerlei kleine diensten ter zijde staan en de bruidsfeesten bijwonen. Na het eindi­gen van den bruidstijd wordt de bruiloft ge­vierd. Bruidstranen noemt men het feest op den dag van ondertrouw. Voorheen bestond in ons land bij de aanzienlijken de gewoonte, om op dien dag, van wege de aanstaande echtgenooten, ipocras, eene gekruide soort van wyn, als zinnebeeld der bruidstranen, aan vrienden en bloedverwanten ten geschenke te zenden.