Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 19-03-2018

Bristol

betekenis & definitie

Bristol, eene aanzienlijke stad in het Engelsche graafschap Gloucester en na Londen en Liverpool de belangrijkste haven van En­geland, ligt in een aangenaam dal aan onder­scheidene spoorwegen en aan de beide oevers van 2 bevaarbare rivieren, de Avon en de Froome, welke eene haven vormen, die voor aanzienlijke koopvaardij-schepen toegankelijk is. Met de voorsteden St. Michaëls heuvel en Kingsdown, College Green en Redcliffe Hill breidt de stad zich zeer bevallig uit over 6 of 7 heuvels met de daartusschen gelegen dalen.

De Oudstad is donker en heeft naauwe straten en nog een groot aantal houten huizen, terwijl de Nieuwstad en de voorsteden er zich door ruime straten en pleinen en door sier­lijke gebouwen onderscheiden. Tot de 102 ker­ken, kapellen en bedehuizen behoort er de hoofdkerk in spitsboogstijl met eene lengte van 56 en eene breedte van 42 Ned. el, de kerk van St. Maria Redcliffe, in dejaren 1292 tot 1376 gebouwd, en de groote en fraaije St. Marcus-kerk. Tot de overige merkwaardige gebouwen rekent men: het prachtig bisschoppe­lijk paleis, de beurs, het raadhuis, de schouw­burg, het gebouw voor wetenschap en kunst, de bibliotheek, het muséum, de Victoria-sociëteit met eene groote zaal enz. Men heeft er eene universiteit, in 1829 gesticht, eene inrigting van onderwijs voor physiologie en artsenijmengkunde, een gymnasium, eene zeevaart­school, een letterkundig instituut, eene boe­kerij met 35000 deelen en een verbazend groot aantal inrigtingen van weldadigheid van ver­schillende strekking. Over de Avon liggen, behalve eene prachtige steenen brug, 2 ijzeren bruggen en eene draaibrug, en van Clifton, eene plaats die nabij Bristol op eene rots ge­legen is, voert eene merkwaardige ketting­brug ter lengte van 270 Ned. el naar den ande­ren oever.

Het hooge vloedgetij, dat er de wateren der. Avon omstreeks 13 Ned. el doet rijzen, geeft zelfs aan de grootste schepen gelegenheid om er binnen te loopen. Om zich van die wisseling van waterstand te bevrij­den, heeft men er in 1804 tot 1809 eene groote zeehaven gebouwd, met sluizen voorzien. De kaai heeft er eene lengte van 2000 Ned. el, en er zijn ook dokken aangelegd. Behalve door spoorwegen met Plymouth, Londen en Birmingham, staat Bristol langs de Avon en het Kennet-Kanaal met de Theems in verband. De bisschop van Bristol heeft het opzigt over 236 kerspelen, en hijzelf is gesteld onder dat van den aartsbisschop van Kantelberg (Canterbury). Het aantal inwoners bedraagt er ongeveer 160000., — met die van Clifton 200000.

Bristol is niet alleen eene belang­rijke koopstad, maar heeft ook vele fabrie­ken , namelijk suikerraffinaderijen, zeep-, koper- en messenfabrieken, pottenbakkerijen, machinen-fabrieken, ijzergieterijen, glasblaze­rijen, fabrieken van ijzerwaren, likeur-stokerijen, tabaks- en hoedenfabrieken, enz. Vooral is het leder beroemd der Bristolsche looijerijen, alsmede het Bristolsche diamant, eene soort van spaat, die in den omtrek der stad ge­vonden en hier bewerkt wordt. De handel, vooral met Ierland en West-Indië, is er on­gemeen levendig. Te Bristol behooren 428 zeeschepen te huis met eene ruimte van 70000 ton. Onder aan de Clifton-rotsen ont­springen er warme minerale bronnen, “Hot-Wells” genaamd, en de badhuizen zijn aldaar uitmuntend ingerigt. Het “Bristol-water” wordt vandaar alom verzonden. In de nabij­heid van die bad-inrigting ligt Wells, het buitenverblijf van den bisschop, en Kingsweston, het kasteel van lord Clifford.

De baai van den Atlantischen Oceaan, waarin de Sevem zich uitstort, draagt den naam van Kanaal van Bristol.

Bristol heette bij de oude Britten Caer Brito en bij de Saksen Brightstow en werd, naar men zegt, in de 4de eeuw vóór Chr. gesticht. In de 5de eeuw na Chr. vindt men haar door Gildas vermeld als eene bevestigde stad, en tegen het einde der 11de eeuw was er eene aanzienlijke slavenmarkt. In de 12de eeuw verrees er een slot, hetwelk somtijds tot staatsgevangenis diende, maar door Cromwell gesloopt werd. Ten tijde van Hendrik II behoorde zij reeds tot de magtigste steden van Engeland, en in de dagen van Hendrik VIII werd er de zetel van een bisschop ge­plaatst. Haar verderen bloei was deze stad verschuldigd aan het bevaarbaar maken van de Avon. In 1831 ontstond er een dreigend oproer bij de aankomst van het parlements­lid sir Wetherell, die tegen de reform-bill ge­sproken had; het barstte los op den 18den October en werd eerst den 31sten van die maand door krijgsvolk beteugeld.

Er is ook eene stad van dien naam in den Noord-Amerikaanschen staat Rhode-Island; zij ligt aan de Narragansetbaai en bezit slechts 6000 inwoners, doch eene aanmerkelijke scheepvaart.