Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 19-03-2018

Breda.

betekenis & definitie

De Baronnie van Breda was voor­heen eene bezitting van het huis van Oranje, grenzende ten oosten aan de Meijerij van ’s Hertogenbosch, ten noorden aan dat ge­deelte van Noord-Brabant, hetwelk vroeger tot Holland behoorde, ten westen aan het Markgraafschap Bergen-op-Zoom en ten zuiden aan de Belgische provincie Antwerpen. Men vindt er heidevelden, venen en ook vrucht­bare gronden.

De stad Breda, eene arrondissements- en kantonshoofdplaats in de Nederlandsche pro­vincie Noord-Brabant, ligt aan de Mark en de Aa, telt ruim 15000 inwoners, en is door spoorwegen met Roosendaal, Tilburg en Moerdijk en weldra met Rotterdam verbon­den. Er is eene fraaije Hervormde Kerk in spitsboogstijl met het prachtig grafgesteente van graaf Engelbert II van Nassau (f 1504) en zijne gemalin Limburg van Baden, van doorschijnend Oostersch marmer en — naar men zegt — door Michele Angelo vervaardigd. Behalve dit meesterstuk van beeldhouwkunst vindt men er het praalgraf van Hendrik van Nassau, dat kort geleden door den beeldhouwer Cuypers van Roermond is gerestaureerd. De R. Katholieken hebben er 3 kerken; voorts vindt men er eene Latijnsche school, eene hoogere Burgerschool met 4-jarigen cursus, en een teeken-instituut.

Bovenal echter is Breda merkwaardig door het bezit der Militaire academie; zij is gesticht door koning Wil­lem I en ingewijd in 1828. Daartoe is ge­bruik gemaakt van het vermaarde kasteel van Breda, in 1536 op last van graaf Hen­drik van Nassau begonnen en in 1696 onder Willem lIl voltooid. De Academie bevat flinke zalen, eene goede bibliotheek, eene kostbare verzameling van modellen en een aantal fraaije schilderijen — vooral portret­ten. Eindelijk vindt men in Breda een aan­tal fabrieken.

Breda was tot in 1870 eene vesting, behoorende tot de stelling van Geertruidenberg, Mark en Roode Vaart, dienende om het Hollandsche Diep aan de landzijde te dekken. De omstreken der vesting konden onder wa­ter worden gezet.

In de geschiedenis van ons Vaderland be­kleedt Breda eene belangrijke plaats. Den 16den Februarij 1566 onderteekenden er 16 edelen het “Compromis van Breda ’, waarin verzocht werd om verzachting van de edicten tegen de Hervormde godsdienst en om afschaf­fing der inquisitie. Dat stuk verkreeg allengs 400 onderteekenaars en werd alzoo de grond­slag van het Verbond der Edelen. Men hield te Breda in 1575 een congrès van gemagtigden van Spanje en van de afvallige Neder­landsche gewesten, en in 1746 en 1747 van afgevaardigden van Frankrijk, Engeland en Holland, om over den vrede te handelen, en den 31sten Julij 1667 werd er de vrede gesloten tusschen Holland en Engeland. Meermalen is Breda belegerd en ingenomen.

In 1581 werd de stad door de Spanjaarden overrompeld, en in 1590 ten tijde van prins Maurits door het beleid van den turfschipper Adriaan van Bergen (zie onder dezen naam) hernomen. Zij bleef nu in het bezit der Staatschen tot in 1625 toen zij na eene belegering van 9 maan­den door den Spaanschen generaal Spinola in­genomen werd; in 1637 werd zij echter door Frederik Hendrik binnen een verloop van 11 weken hernomen. Den 25sten Februarij 1793 werd zij nagenoeg zonder slag of stoot door den graaf van Bylandt aan den Franschen gene­raal Dumouriez overgegeven, maar na de neder­laag bij Neerwinden wederom verlaten. In 1795 viel zij op nieuw in de handen der Franschen, maar deze werden in 1813 na den slag bij Leipzig door den Russischen generaal von Berkendorf met 400 kozakken verdreven.