Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 19-03-2018

Botzen

betekenis & definitie

Botzen eigenlijk Bozen (in het Latijn Bauzanum of Bulsanum, in het Italiaansch Bolzanó) is eene stad in Tyrol, 360 Ned. el boven de oppervlakte der zee, op den regteroever van de Eisack, aan den mond der Talferbach, op eene kleine, aan drie zijden van hooge porfiergevaarten omringde vlakte gelegen.

De stad telt ruim 8000 inwoners; zij heeft naauwe, kromme straten, en de huizen zijn er veelal naar Italiaansche wijze met balcons en arcades voorzien. Er zijn een paar fraaije pleinen, en op een van deze verheft zich de prachtige Gothische hoofd­kerk. Er zijn 3 kloosters en onderscheidene merkwaardige gebouwen. Zij is, wegens hare ligging aan het vereenigingspunt der wegen naar Italië, Duitschland en Zwitserland, de belangrijkste koopstad van Tyrol, en de nijver­heid der inwoners bepaalt zich vooral tot het bewerken van zijde, katoen, leder en wol. De voorsteden van Botzen strekken zich langs de genoemde riviertjes tot aan de naastgele­gene dorpen uit, en in haren omtrek vindt men talrijke buitenverblijven, die zich met hunne witte muren te midden van welige tuinen verheffen.

Overal ziet men er heer­lijke wijngaarden en kastanje-wouden, kasteelen en kerken. Ten westen van de stad tot aan het kasteel Sigmundskron en in het Etsch- dal tot aan Terlan strekt de “Botzener Boden” zich uit, die met zijne welige, mildbesproeide gronden op een heerlijken lusthof gelijkt. Men vindt er moerbeziën, wijngaarden, maïsvelden, vijgen, perziken en oranje-appelen, en het ge­heel is door hooge bergen op eene schilder­achtige wijze ingesloten. Er wordt eene groote hoeveelheid wijn gewonnen.

Botzen is door de Romeinen gesticht. In het jaar 14 vóór Chr. behaalde Drusus er eene belangrijke overwinning op de Rhaetiërs. De Romeinen beseften het gewigt van die plek en bouwden er onderscheidene kasteelen, waarvan nog overblijfselen aanwezig zijn. Die sterkten werden door de Oost-Gothen verwoest en door andere vervangen, onder wier hoede de hedendaagsche stad is ontstaan.

Op de Oost- Gothen volgden de Longobarden, op deze de Bojoariërs, en in 680 was de stad de zetel van een Beijerschen markgraaf. Zij begon zóó te bloeijen, dat de bisschoppen van Trente begeerig werden naar haar bezit. Graaf Friedrich von Eppan werd in 1180 door bisschop Gebhard uit de stad gejaagd, maar gewroken door de klimmende magt der Graven van Tyrol, die zich meester maakten van Botzen en ook Trente aan hun gezag onderwierpen (1277). Op verschillende tijden heeft Botzen aan Oostenrijk, Beijeren of Italië behoort, doch zij is in 1814 wederom aan Oostenrijk toege­wezen.

< >