Onder dezen naam vermelden wij:
Cornelis Boonzajer, geboren te Arnhem den 21sten September 1754. Hij studeerde te Franeker in de regten, werd in 1778 advocaat voor het Hof van Holland, in hetzelfde jaar conrector en in 1780 rector te Gorinchem. Als een ijverig beoefenaar der Nederlandsche taal besteedde hij zijn tijd aan eene nieuwe uitgave van den “Teuthonista” van Gerard van der Schueren. Het werk was met 3 deelen letterkundige aanteekeningen voor de pers gereed, toen Boonzajer op den 8sten Januarij 1792 door den dood werd weggerukt. De tekst van het Duitsche gedeelte is in 1804 uitgegeven door Clignett.
Cornelis Gerardus Boonzajer, een zoon van den voorgaande. Hij was geboren te Gorinchem den 15den Augustus 1788, en werd eerst procureur, toen notaris en daarna tevens raad en wethouder in zijne geboorteplaats. Hij heeft zeer weinig uitgegeven, maar was een zeer ijverig verzamelaar van oudheden, handschriften, munten en penningen, — vooral van zoodanige, die betrekking hebben op de geschiedenis van het land van Arkel. Hij was lid der Maatschappij van Nederlandsche Letterkunde te Leiden, van het Noord-Brabantsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, van het Koninklijk oudheidkundig Genootschap te Amsterdam, en van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, en overleed op den 4den April 1863.
