Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 19-03-2018

Bonn

betekenis & definitie

Bonn is eene arrondissementshoofdstad in de Pruissische Rijnprovincie en in het district Keulen. Zij ligt zeer bevallig op den linker­oever van de Rijn, heeft een aangenaam voor­komen en telt omstreeks 20000 inwoners, die bijna alle de R. K. godsdienst belijden.

De oudste kerk is er de “Münster” van 1157, met een toren ter hoogte van bijna 100 Ned. el en een koperen standbeeld van keizerin Helena. Men heeft er een R. Katholiek gymnasium, onderscheidene andere scholen, een genoot­schap voor natuur- en geneeskunde en eene belangrijke universiteit, de Pruissische Rijnuniversiteit genaamd en door den keurvorst Maximiliaan Frederik van Keulen in 1777 gesticht. Zij werd door Napoleon I opgeheven, maar in 1810 door koning Friedrich Wilhelm van Pruissen hersteld. Het universiteitsge­bouw bevat eene bibliotheek van meer dan 200000 banden, een muséum voor kunst en oudheden, een anatomisch en physisch kabi­net, 18 gehoorzalen enz. Daarenboven vindt men in het voormalig kasteel van den Keur­vorst een muséum voor natuurlijke historie, een scheikundig laboratorium enz. Ook is er eene uitmuntende sterrewacht.

Bonn is hoogst gunstig gelegen voor de Rijnvaart, en men meent, dat Drusus aldaar met een Romeinsch leger over die rivier is getrokken, — voorts dat Civilis met zijne Batavieren in hare nabij­heid tegen de Romeinen gestreden heeft (70 na Chr.). Het schijnt, dat Bonn in de dagen van Constantijn de Groote reeds eene bloeijende plaats is geweest. In de 4de eeuw werd zij door de Allemannen verwoest, maar door keizer Julianus weder opgebouwd, en zij had voorts van de Hunnen, Franken, Saksen en Noormannen veel te lijden. In het jaar 952 werd er eene groote Synode gehouden. Duitsche Keizers, van de Boven-Rijn ter krooning naar Aken trekkende, stapten door­gaans te Bonn aan land, en de aartsbisschop­pen van Keulen vestigden er veelal hun ver­blijf, wanneer de onrustige burgers van laatst­genoemde stad het hun te lastig maakten.

In 1673 verdedigden de Franschen haar tegen de Nederlanders, Spanjaarden en Oostenrij­kers. Na een geweldig bombardement werd zij in 1689 door den Keurvorst van Bran­denburg en in 1703 door de Nederlanders onder Coehoorn ingenomen. Hare vestingwer­ken zijn in 1717 grootendeels gesloopt en de steenen tot den bouw van het Keurvorstelijk paleis gebruikt. In 1802 kwam Bonn door den vrede van Luneville aan Frankrijk, doch in 1814 weder aan Pruissen. In hare nabij­heid liggen hoogst bekoorlijke en druk be­zochte plekjes, zooals Godesberg, Rolandseck, het eiland Nonnenwerth, de Drachenfels enz.

< >