Bonbons is de naam van eene soort van suikerballetjes, vooral in Frankrijk in gebruik. Deze zoetigheid, in bonbon-doosjes bewaard, bestaat uit 90 deelen suiker en 10 deelen water, en is, evenals de gekleurde kandij, een mengsel van kristalliseerbare en niet-kristalliseerbare suiker, waarin de eerste door de taaiheid van de laatste verhinderd wordt, kristallen te vormen, zoodat zij amorph in de slijmsuiker (glucose) voorkomt.
De bonbons zijn eerst doorzigtig en worden mat tengevolge van aanvankelijke kristallisatie, welke laatste men zoekt te voorkomen door ze in luchtdigte doosjes te bewaren. Ook blijven zij langer helder, wanneer men ze bij de vervaardiging met eene kleine hoeveelheid organisch zuur vermengt.