Bauera Andr. is een plantengeslacht uit de familie der Saxifrageën, hetwelk Linnaeus naar den plantenteekenaar F. Bauer alzoo heelt genoemd. Het onderscheidt zich door een 8- of 10-deeligen kelk, eene bloemkroon van 8—10 bladeren en eene opgeblazene, tweehokkige zaaddoos met weinig zaden. Het omvat altijdgroene heesters met roode bloemen in de blad-oksels en groeit in Nieuw-Holland.
De sierplanten van dit geslacht, welke men in Europa aantreft, zijn: B. rubioides Andr., B. rubiaefolia Salisb. met stengels ter hoogte van 1 tot 3 Ned. el, roodachtige takken, 6 kransvormig geplaatste Iijn-lancet-vormige bladeren en licht-roode alleenstaande bloemen, en B. humilis Sweet. met zacht behaarde takken en rozenroode bloemen. Zij groeijen het best in een mengsel van blad- en heide-aarde, op eene laag harde turfbrokjes of steentjes geplaatst, en eischen in den winter eene warmte van 4 tot 6° C.