Barbados (Barbada, Barbadoes), een Britsch-West-Indisch eiland, tot de kleine Antillen (Caraïbische eilanden) en de Wind-wards-eilanden behoorende, onder welke het de voornaamste plaats bekleedt, ligt op 13° 5' N. B. en 61° 56' W. L. van Greenwich en telt op nagenoeg 9 D geogr. mijlen ruim 150000 inwoners, waaronder zich 17000 blanken bevinden.
In het noorden, westen en zuiden is het land er laag, maar het verheft zich terrasgewijs naar het oosten, waar heuvelen en diepe dalen elkander afwisselen en ook de kusten zich met steile wanden verheffen. De aanzienlijkste top is er echter nog geen 400 Ned. el hoog. De heuvels bestaan er vooral uit kalkgesteenten, en het geheele eiland schijnt op een kalkachtigen bodem te rusten, die met eene dunne laag vruchtbare aarde is bedekt. Er ontspringen bitumineuse bronnen, en zelfs is er eene brandende bron. Er zijn geene groote rivieren, maar vele beken. Het klimaat is er gezond en van Januarij tot Mei zeer aangenaam. In Junij neemt de regentijd een aanvang, en van Augustus tot November heerscht er eene geweldige hitte, wel eens afgewisseld door vreeselijke orkanen.
De warmte bedraagt er van 24° tot 30° C. Het eiland ligt in den noordoostpassaat, en aardbevingen komen er niet zoo dikwijls voor als op de overige West-Indische eilanden. De landbouw is er van groot belang. Men ziet er uitgebreide plantages met sierlijke woningen, op eenigen afstand door Neger-hutten omgeven en beschaduwd door de prachtige gewassen van den plantengroei der keerkringslanden.
De belangrijkste voortbrengselen zijn suiker, koffij, graan, indigo, gember, aloë, katoen, arrowroot, bataten, kokos-olie en kostbaar hout. In het wild heeft men er vooral apen en eene groote verscheidenheid van vogels. Het voornaamste uitvoer-artikel is suiker. De inwoners bestaan uit Blanken (Europeanen), Kleurlingen en Negers.
Barbados heeft een eigen gouvernement, hoewel zjjn gouverneur te gelijk het bewind heeft over Trinidad, Grenada met de Grenadillos, St. Vincent en St. Lucia. Hij wordt bijgestaan door een raad van 12 en door een vertegenwoordigend ligchaam van 22 leden. De hoofdstad, tevens de zetel van den gouverneur, is Bridgetown met 35000 inwoners. Daarenboven zijn er nog 3 steden, Speightstown, Jamestown en Charlestown, en te Codrington Castle bevindt zich eene beroemde school.
Van Barbados vindt men reeds melding gemaakt in 1528, maar het bleef wel eene eeuw na de ontdekking van Amerika onbekend. In 1625 werd er door een Engelschman, Dean genaamd, de eerste volkplanting gesticht. Later werd het een eigendom van twee adellijke Britsche geslachten (Marlborough en Carlisle), en eerst in 1652 werd het in bezit genomen door de Engelsche Kroon. De welvaart der ingezetenen heeft er gedurig geleden door vreeselijke orkanen, — alsmede door de afschaffing van den slavenhandel.
