Avaren of Awaren is de naam van een Tartaarsch volk, dat vermoedelijk, naar luid der Chinésche kronieken, uit Koréa naar Sibérië verhuisde (310 na Chr.), zich hier vestigde, en later naar het westen trok, waar het den Oost-Romeinen, Franken en Longobarden zeer lastig was. In 619 plunderden hunne roofgierige horden de voorstad van Constantinopel, en schoon zij gedurig gedeelten van hun veroverd grondgebied verloren, bleven zij magtig tot aan den tijd van Karel de Groote (791).
Deze drong met zijn overwinnend leger in hunne staten door tot aan den oever der Raab en maakte gebruik van de verdeeldheid hunner khans of opperhoofden, om hun gebied tot aan de Theisz door zijn zoon Pepijn te doen veroveren. In 796 begaf Tudun, khan der Avaren zich naar Aken, omhelsde er het Christendom en zwoer trouw aan Karel de Groote. Een opstand, in 799 door dien Khan veroorzaakt, werd spoedig gedempt en hun land aan de Enns - later de Oostenrijksche of Awarische Mark - in 5 graafschappen verdeeld en met Duitsche landverhuizers bevolkt. Weldra verdween zelfs de naam van dat volk uit de geschiedenis.
