Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 11-01-2018

Arnold (2)

betekenis & definitie

Arnold is ook een geslachtsnaam. Tot hen, die dezen hebben gevoerd, behooren:

Christoph Arnold, een landman, die als sterrekundige grooten roem verwierf. Hij werd geboren te Sommerfeld bij Leipzig. Op zijn huis bouwde hij een observatorium en ontdekte er onderscheidene verschijnselen aan het uitspansel voordat zij door anderen waren waargenomen, bijvoorbeeld de kometen van 1683 en 1686. Zijne waarneming van den doorgang van Mercurius over de zonneschijf in 1690 baarde algemeen opzien. Het stedelijk bestuur van Leipzig zond hem bij die gelegenheid een aanzienlijk geschenk in geld en ontsloeg hem, voor zoolang hij leefde, van alle belastingen, die hij aan de stad verschuldigd was. Zijne waarnemingen zijn in de “Acta eruditorum” opgenomen. Hij overleed den 15den April 1695. Schröter heeft aan drie dalen in de maan den naam van Arnold gegeven.

Gottfried Arnold, een Luthersch godgeleerde der 17de eeuw. Hij werd den 5den September 1655 te Annaberg in Saksen geboren, studeerde te Wittenberg en ontving in 1697 eene benoeming tot hoogleeraar in de geschiedenis te Gieszen. Wegens zijne piëtistische gevoelens, die door Spener, met wien hij in kennis kwam, werden bevestigd, legde hij een jaar later zijn professoraat neder. In 1700 werd hij hofprediker bij de hertoginweduwe von Eisenach zu Allstädt, in 1705 predikant en inspector te Werben en in 1707 te Perleberg, waar hij in 1714 overleed aan de gevolgen van den schrik, die hem beving, toen Pruissische wervers gedurende de godsdienstoefening twee jonge lieden uit de kerk haalden.

Zijn voornaamste geschrift is de “Unpartheiïsche Kirchenund Ketzerhistorie”, ook in het Nederlandsch overgebragt onder den titel “Historie der Kerken en Ketteren”, — een boek, dat volgens Thomasius als het beste boek na den Bijbel moet worden beschouwd. — Arnold beweerde, dat het oorspronkelijk Christendom geenszins overeenkomt met de leer der Luthersche Kerk. Hij bedreigde door die bewering het gezag der symbolische boeken, terwijl hij tevens met ernst aandrong op een Christelijk leven.

Johann Arnold, een molenaar in de Neumark en bekend door een regtsgeding, dat in geheel Europa veel opzien baarde. Hij moest erfpacht van zijn molen betalen aan den graaf von Schmettau en toen hij dit na 1773 verzuimd had, zou de molen in 1778 bij geregtelijke uitwinning worden verkocht. De molenaar bragt er bezwaren tegen in bij de regéring van Küstrin, vooral op grond, dat de heer von Gersdorff boven de plek, waar zijn molen door water gedreven werd, een karpervijver had aangelegd, waartoe echter gemelde heer het regt had. Toen dat niet hielp, vervoegde zich Arnold in 1779 bij Frederik II te Potsdam, en daar deze in die eenzijdig voorgestelde zaak eene verdrukking zag van den mindere door den meerdere, deed hij een onderzoek instellen en strafte door zijne eigene uitspraak — daar de regtbanken het gevoelen des Konings niet deelden — de vermeende verdrukkers op eene harde wijze. Eerst na zijn dood kon dat onregt worden hersteld. Intusschen bleef Arnold in het bezit van den molen.

Georg Daniel Arnold, een regtsgeleerde en dichter, die den 13den Februarij 1780 te Straatsburg geboren werd. Hij studeerde in zijne geboorteplaats en vervolgens te Göttingen en te Parijs, waarna hij in 1810 te Coblenz en in 1811 te Straatsburg tot hoogleeraar benoemd werd. Hij overleed op zijn geboortedag in het jaar 1829, nadat hij zich bekend gemaakt had door een belangrijk werk, eene vergelijking behelzende tusschen het Justiniaansch regt en den Code Napoléon.

Thomas Arnold, een Engelsch godgeleerde, die den 13den Junij te Cowes op het eiland Wight geboren werd. Hij studeerde te Manchester en te Oxford en was aanvankelijk werkzaam als huisonderwijzer. Hij heeft zich bekend gemaakt door zijn streven om eene nationale Engelsche Kerk te stichten, waarin alle Christenen zouden worden opgenomen. De geestelijkheid der Anglicaansche Kerk zag daarin zoo groot gevaar, dat hem de kansel verboden werd. Later evenwel, bij de ontwikkeling van het Puseyïsmus, was men voornemens hem het onderwijs in de geschiedenis aan de hoogeschool te Oxford op te dragen. Hij overleed, nog vóór het ontvangen zijner aanstelling, op den 12den Junij 1842.

Matthew Arnold, een zoon van den voorgaande, werd geboren den 24sten December 1822 en ontving zijne eerste opleiding te Winchester en te Rugby; hij studeerde vervolgens te Oxford, waar hij in 1843 door een gedicht, getiteld Cromwell, den prijs verwierf. Hij was eerst secretaris van lord Landsdowne en daarna inspecteur der scholen. Hij heeft onderscheidene gedichten uitgegeven en in 1859 en 1860 op last der regéring eene reis volbragt door Frankrijk, Duitschland en Nederland, ten einde er den toestand van het onderwijs gade te slaan. Hij heeft vervolgens een uitgebreid verslag van zijne bevindingen uitgegeven. — Ook een jongere broeder van dezen, namelijk W.D. Arnold, heeft zich op het gebied der letterkunde bekend gemaakt.

< >