Argelander (Friedrich Wilhelm August), een uitstekend sterrekundige van den tegenwoordigen tijd, werd den 22sten Maart 1799 te Memel geboren. Hij bezocht het Collegium Fridericianum te Koningsbergen en werd er in 1817 tot de Academische lessen bevorderd.
Hier boeiden hem vooral de collegies van Bessel over de sterrekunde. In 1820 werd hij adsistent aan de sterrewacht te Koningsbergen en in 1822 privaatdocent. In hetzelfde jaar verscheen van hem “Ueber die wahre und scheinbare Bahn des groszen Kometen von 1811”, en een jaar later werd hij te Abo benoemd tot opvolger van Walbeck. Hij hield er zich vooral bezig met de waarneming van sterren, die eene aanmerkelijke eigen beweging bezitten en deelde er de uitkomsten van mede in zijne “DLX stellarum inerrantium positiones mediae ineunte anno 1830” (Helsingfors, 1835), en hij ontving daarvoor van de Academie te Petersburg den grooten prijs van Demidoff. Na den brand, die in 1827 het grootste gedeelte van Abo verwoestte, werd de universiteit naar Helsingfors verplaatst. Argelander zette zijne waarnemingen voort, vertoefde in 1830 en 1831 geruimen tijd te Koningsbergen en te Memel en bestuurde vervolgens de stichting van de nieuwe sterrewacht te Helsingfors, welke in het najaar van 1834 voltooid werd. Niettemin aanvaardde hij in 1837 het hoogleeraarsambt te Bonn bij een observatorium, dat nog gebouwd moest worden en eerst in 1845 gereed was.
Argelander werd benoemd tot lid van de Astronomical Society en tot Correspondent der Academiën van Berlijn, Palermo en Petersburg. Behalve reeds genoemde werken en een aantal opstellen in de “Astronomischen Nachrichten” en elders, heeft hij uitgegeven: “Observationes astronomicae Aboae factae” (Helsingfors, 1830 tot 1832), “Uranometria nova" (Berlijn, 1834), “Astronomische Beobachtungen auf der Sternwarte zu Bonn” (Bonn 1846), “Neue Uranometrie” (Berlijn, 1843), en eindelijk zijn “Atlas des Nordlichen Himmels,” dien hij met hulp van Schonfeld en Kruger vervaardigd en in 1863 voltooid heeft. Van 2º zuiderdeclinatie tot aan de noordpool zijn daartoe 324198 sterren waargenomen en volgens hare afwijking en regte klimming op de kaart gebragt.