Anthemis L. of kamille is een plantengeslacht van de familie der zaâmgesteldbloemigen en van de groep der radiatae of straalbloemigen. Het omwindsel in dit geslacht is half bolrond of vrij plat, de bloemen der schijf zijn tweeslachtig, buisvormig en met een 5- tandigen zoom voorzien, en de randbloemen vrouwelijk of onvruchtbaar en tongvormig. De vruchtbodem is bolrond en stoppelig.
De bladeren zijn dubbel vindeelig en de bloempjes wit of geel. Wij kennen de wilde kamille (a. arvensisL.) met een vertakten stengel, die 5 Ned. palm hoog wordt en wollige bladen draagt. Zij is op de bouwlanden in overvloed aanwezig, — de stinkende kamille (a. cotula L.) die veel op de voorgaande gelijkt, maar een zeer onaangenamen reuk heeft en op vruchtbare kleigronden wast,—de roomsche kamille (a. nobilis L.), die niet inheemsch is en wier bloemen als geneesmiddel worden gebruikt, — de verfkamille (a. tinctoria L.) met driewerf vindeelige, gezaagde bladen en op oude muren in Utrecht groeijende, — de Spaansehe kamille (a. valentina L.), die bij Kampen gevonden is, enz. Men heeft ook fraaije buitenlandsche soorten, die tot de sierplanten worden gerekend.