zeil - Zelfstandignaamwoord
1. (scheepvaart) doek dat in een mast gehesen is met als doel wind te vangen
2. het geheel van alle zeilen van een schip
3. vloerbedekking met een onderlaag van weefsel (jute) en een harde kunststof bovenlaag (b.v. linoleum)
4. doek voor diverse doeleinden (afdekken)
5. schip (alleen in de uitdrukking: een vloot van x zeilen)
zeil - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zeilen
♢ Ik zeil
2. gebiedende wijs van zeilen
♢ zeil!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zeilen
♢ zeil je?
Zie ook
zijl
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: