doel - Zelfstandignaamwoord
1. het punt waarop men zich richt
♢ Het doel van deze vergadering was het herzien van het schoolreglement.
2. (sport) een van de twee gemarkeerde ruimten op een sportveld, een bal die daarin op correcte wijze terechtkomt, levert een doelpunt op voor de tegenstander
♢ Het doel op het speelveldje heeft geen net.
doel - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doelen
♢ Ik doel
2. gebiedende wijs van doelen
♢ doel!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doelen
♢ doel je?
Uitdrukkingen en gezegden
♦ een haalbaar doel
dat kan
♦ zich iets ten doel stellen
zich iets voornemen
♦ een bal voor open doel
dat is wel heel makkelijk en voor de hand liggend
♦ het doel heiligt de middelen
voor een goed doel zijn alle middelen toegestaan (dat is overigens maar zelden het geval vaak heiligt het doel de middelen juist niet)
♦ je doel voorbij schieten
je voornemen niet halen door teveel te doen
Synoniemen
[1] mikpunt, oogmerk, roos, schietschijf, target
[2] goal
Verwante begrippen
[1] opzet, plan, streefdatum, streefwaarde, [2] handbal, hockeyveld, voetbalveld, zijlijn
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: