Wat is de betekenis van ZEIL?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zeil

zeil - Zelfstandignaamwoord 1. (scheepvaart) doek dat in een mast gehesen is met als doel wind te vangen 2. het geheel van alle zeilen van een schip 3. vloerbedekking met een onderlaag van weefsel (jute) en een harde kunststof bovenlaag (b.v. linoleum) 4. doek voor diverse doeleinden (afdekken) 5. schip (alleen in de uitdrukking: een...

2024-04-25
Jargon & Slang van Matrozen en mariniers

Marc De Coster (2017)

Zeil

Zeil - met een vrouw onder zeil gaan: met haar trouwen. Blaas eens een beetje in het zeil: help eens een handje. Het zeil gestreken hebben: gestorven zijn. Met een opgestreken zeil op iemand afkomen: boos. Met de zeilen tegen de mast liggen: in onmacht. Met de zeilen voor de mast liggen: klaar om te beginnen. ​

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

zeil

zeil - zelfstandig naamwoord 1. sterk doek aan de mast van een schip ♢ het zeil werd opgehesen om meer wind te vangen 1. alle zeilen bijzetten [alle middelen gebruiken] 2. met o...

2024-04-25
Molenwoordenboek

B.D. Poppen (2000)

Zeil

Het doek dat over het hekwerk van de wieken wordt aangebracht (voorhangen).Vroeger waren ze van hennep gemaakt, tegenwoordig van sterk katoen. Zeilen worden gebruikt om bij weinig wind toch de wieken te laten draaien.

2024-04-25
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Zeil

1. in de uitdr. meteen nat zeil thuiskomen: dronken zijn. Oorspr. een zeemansuitdr. Om het laveren gemakkelijker te maken, werden de zeilen vroeger bij stevige wind begoten. De connotatie met ‘zich bedrinken’ bestond al in de 17de eeuw. Op het mondstuk van een grote drinkhoorn van het schippersgilde te Nijmegen (1646) stond te lezen: ‘Met natte sey...

2024-04-25
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

zeil

Zeilen dienen om door hun windvang een zeilschip over het water voort te bewegen. Zij zijn van speciaal zeildoek, aan alle zijden gezoomd met een dik touw, deze zoom heet het „lijk”. Afhankelijk van het scheepstype en bijbehorende tuigage onderscheidt men razeilen (dwarsscheepse zeilen), gaffelzeilen en stagzeilen (beide langsscheepse z...

2024-04-25
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

zeil

Windscherm (inz. aan zee).

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Zeil

s.n.; (vloerbedekking), swilk (it), seilguod (it), -linnen (it); (op schip) seil (it); — voeren, doek fiere; alle -en op hebben, foar de folie túch sile.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)