ogen - Werkwoord
1. (intr) de aanblik hebben van
♢ Dat oogde beter dan het was.
2. aandachtig kijken naar, staren naar
ogen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord oog
Woordherkomst
afgeleid van oog met het achtervoegsel -en
Gepubliceerd op 04-12-2017
ogen
betekenis & definitie