flink - Bijvoeglijk naamwoord
1. stevig van lichaamsbouw
♢ Je zoon is al een flinke jongen geworden.
2. groot van afmeting of hoeveelheid
♢ Hij nam een flinke teug van het bierflesje.
♢ Jan heeft een flink pak slaag gekregen.
3. sterk van karakter
♢ Wees een flinke jongen en gedraag je.
flink - Bijwoord
1. in hoge mate
♢ Als ze wil kan ze flink eten.
Synoniemen
[1]: fors
[2]: behoorlijk
behoorlijk
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: