al - Bijwoord
1. reeds
♢ Hij heeft het al geprobeerd.
2. versterkend
♢ Dat is al te dol!
3. ~ + deelwoord: terwijl, tijdens
♢ Al wandelend kwam hij zijn oude vriend tegen.
al - Voegwoord
1. ook wanneer, ondanks dat
♢ Al is hij nog zo moe, hij blijft gewoon doorgaan.
al - Onbepaald voornaamwoord
1. geheel
♢ Hij probeerde het met al zijn macht.
Woordherkomst
afkomstig van:
Middelnederlands: al
Oudernederlands: al, ol
Germaans: *allaz
Indo-Europees: *al-
Antoniemen
geen
Zie ook
Al, aL, aℓ
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: