stevig - Bijvoeglijk naamwoord
1. van aanzienlijk sterkte
♢ De bokser deelde in die ronde een paar stevige klappen uit.
2. fors, van grote omvang
3. flink, behoorlijk
stevig - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stevigen
♢ Ik stevig
2. gebiedende wijs van stevigen
♢ stevig!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stevigen
♢ stevig je?
Woordherkomst
Afgeleid van stijf met het achtervoegsel -ig
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: