coach - Zelfstandignaamwoord
1. (beroep) iemand die beroepsmatig mensen of dieren begeleidt teneinde hun prestaties te verbeteren
♢ Met Rinus Michels als coach won Nederland in 1988 het EK voetbal.
2. touringcar
coach - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van coachen
♢ Ik coach
2. gebiedende wijs van coachen
♢ coach!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van coachen
♢ coach je?
Woordherkomst
Afkomstig van het Engelse woord coach.
Synoniemen
[1] trainer, drilmeester, begeleider
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: