beroep - Zelfstandignaamwoord
1. (economie) een bezigheid waarmee men de kost verdient
♢ Hij is bakker van beroep.
2. dringend verzoek om hulp of bijstand, appel
♢ ik doe hierbij een dringend beroep op je
3. (juridisch) in beroep gaan: verzoek bij een hogere rechtsinstantie om herziening van een vonnis of beschikking (een rechtsmiddel)
♢ Na de uitspraak van de rechter ging hij direct in beroep.
4. (juridisch) in hoger beroep gaan: verzoek bij een hogere rechtsinstantie om herziening van een vonnis of beschikking (een rechtsmiddel)
♢ Na de uitspraak van de rechter ging hij direct in hoger beroep.
5. (juridisch) (België) hof van beroep: de rechtbank die het hoger beroep behandeld.
beroep - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beroepen
♢ Ik beroep
2. gebiedende wijs van beroepen
♢ beroep!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beroepen
♢ beroep je je
Woordherkomst
afgeleid van de stam van het werkwoord roepen met het voorvoegsel be-
Uitdrukkingen en gezegden
♦ een beroep op iets of iemand doen
vragen of iemand iets kan doen
Synoniemen
[1] ambacht, ambt, betrekking, métier, stiel, occupatie, professie, vak, werk, werkzaamheid
Verwante begrippen
ambtenaar, arbeid, arbeider, employé, freelancer, gilde, loon, vakbond, werkgever, werknemer
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: