Watersport A-Z

Kramer en de Bruin (1971)

Gepubliceerd op 01-05-2019

Koers

betekenis & definitie

Koers - 1. De richting waarin een jacht gestuurd wordt. Hij wordt meestal uitgedrukt in graden, soms in kompasstreken.

De voorliggende koers is de koers die op een bepaald moment op het kompas afgelezen kan worden. De koerslijn wordt met potlood in de kaart getrokken als route die gevaren moet worden. Hij wordt altijd in graden door de navigator aan de stuurman doorgegeven. Moeten we b.v. van A naar B dan wordt op de kaart de te varen koers bepaald. Dit kan gedaan worden door de lijn AB evenwijdig over te brengen naar de kaartkompasroos.

In deze roos lezen we de rechtwijzende koers af, ofwel de hoek die AB maakt met het ware noorden. In de rechtwijzende kompasroos op zeekaarten is dikwijls de variatieroos ook getekend. We kunnen dan direkt de magnetische koers aflezen. Met behulp van de stuurtafel die de deviatie op de betreffende koers vermeldt, kunnen we de kompaskoers berekenen; dat is de koers die op kompas gestuurd moet worden om in de richting van de koerslijn te varen. Zonodig moeten hierop ook → koerscorrecties worden toege past voor wind en stroom.

2. → Gestrekte koers.
3.Een juiste koers is volgens het → zeilwedstrijdreglement de koers die een jacht, na het startsein en bij afwezigheid van één of meer daarbij betrokken jachten, zou kunnen zeilen om de wedstrijd zo spoedig mogelijk te beëindigen.