Koelsysteem - voorziening om de werktemperatuur van een motor op peil te houden. Buitenboordmotoren zijn op enkele na alle voorzien van waterkoeling. Buitenwater wordt met een pompje omhooggepompt; het stroomt via een ingenieus buizensysteem langs zuigerwand en andere delen die gekoeld moeten worden.
Het neemt daar de warmte van de motor over en loopt dan via een uitlaatpijpje terug in het buitenwater. Indien geen watermaar luchtkoeling wordt toegepast, moet de lucht geforceerd langs de te koelen delen, zoals de cilinderwand met zware koelribben, gevoerd worden.
Bij inbouwmotoren kan slechts luchtkoeling toegepast worden als een grote hoeveelheid lucht met een speciaal systeem door de motorkamer geblazen wordt. Daarom wordt bijna altijd gebruik gemaakt van waterkoeling. We onderscheiden de zg. open- en gesloten koelsystemen.
Bij het open koelsysteem wordt ook buitenwater opgepompt en na de motorwarmte te hebben opgenomen, weer afgevoerd. Nadeel van dit systeem is dat op ondiep of met waterplanten vervuild water gauw verstoppingen kunnen ontstaan. Om dit te voorkomen wordt een →wierbak ingebouwd bij de koelwaterinlaat. Gesloten koelsysteem. I. Met warmtewisselaar → Interkoeling. 2. Met buiskoeling ', het koelwater loopt via een gesloten buizensysteem buiten langs de romp, kiel of scheg, op een zo min mogelijk kwetsbare plaats. 3. → Kielkoeling.
