Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 13-08-2019

Walvis

betekenis & definitie

Dit is het grootste, thans nog op onze planeet levende dier. Men verdeelt de walvissen in tanddragende vissen en baardwalvissen.

Tot de eerste soort behoren de dolfijnen en de potvissen, tot de tweede de Groenlandse walvis. Het zijn zoogdieren, want ze ademen door longen en brengen levende jongen ter wereld.Merkwaardig zijn de baarden, waarmee de bek van de baardwalvissen, in plaats van met tanden, uitgerust is. Het materiaal, waaruit deze baarden bestaan, is het balein, de veerkrachtige stof, die vroeger door de corset- en paraplu-fabrikanten veel gebruikt werd. Deze baarden, waarvan de Groenlandwalvis er 300 tot 360 bezit en die in het midden van den bek 4 ï 5 meter lang zijn, vormen een soort zeef, die alle grotere dieren tegenhoudt, omdat het reusachtige dier (het wordt 20 à 25 meter lang en tot ± 150.000 k.g. zwaar) slechts kleinere vissen en weekdieren verslinden kan. Eigenaardig is ook de horizontaal geplaatste staartvin.

Op de walvissen wordt wegens hun dikke speklaag en hun baarden ijverig jacht gemaakt. Vroeger, toen de reuzen nog met de hand geharpoeneerd werden, was dit een levensgevaarlijk bedrijf. Tegenwoordig zijn de walvisjagers van een harpoenkanon voorzien, waarmee de dieren worden beschoten. Aan den harpoen is een lange lijn bevestigd, en aan de lijn een boei, die op het water drijft en de plaats aanwijst, waar het getroffen dier zich bevindt. Daar de walvis door longen ademt, moet hij na korteren of langeren tijd weer aan de oppervlakte komen. En dan valt men het getroffen dier weer aan. Voor het opsporen worden wel vliegtuigen gebruikt.

Op de kleinere walvisjagers(schepen) volgt in onzen tijd meestal een groot schip, dat als drijvende traanfabriek dienst doet.

De gedode dieren worden naar het grote schip gesleept en gedeeltelijk verwerkt, of ze worden naar een onbewoond eiland gebracht. Eerst wordt de onderhuidse speklaag, die soms drie decimeter dik is, weggesneden en met een stoomlier afgetrokken, om fijngesneden en uitgekookt te worden. Daarna wordt het vlees er afgetrokken, dat gekoeld en gesteriliseerd wordt. Uit de beenderen en de rest van het vlees wint men een meststof (visguano). En dan de baleinen!

Uit het uitgesmolten spek wordt dan door afcentrifugeren van water „wintertraan” verkregen; een walvis van 18 m. lengte kan ca. 24000 k.g. traan leveren.