(afgeleid van het Franse woord baleine, dat walvis betekent) is een hoornachtige stof, die je allemaal wel eens gezien hebt. Ze wordt vervaardigd uit de „baarden” van den baardwalvis en die baarden hangen niet aan z’n kin, maar zitten in z’n bek.
Het zijn lange, driehoekige platen, die aan het verhemelte bevestigd zijn, achter elkaar net als de coulissen op een toneel. De naar binnen gerichte zijde van de baarden is uitgerafeld.
De baardwalvissen hebben geen tanden en gebruiken hun baarden bij de opname van hun voedsel als zeef. Dit reusachtige dier heeft n.l. slechts een heel nauw keelgat en kan dus hoogstens een dier ter grootte van een haring inslikken.De baarden staan nu zo dicht bij elkaar, dat slechts kleinere weekdieren en visjes er tussen door kunnen. Zwemt nu de walvis met open bek rond, dan drijven met het binnenstromende water de voor voedsel geschikte diertjes naar binnen en worden straks bij ’t sluiten van den bek door de dikke tong, die tegelijkertijd het water terzijde drukt, zodat het langs de baarden wegvloeit, naar het keelgat gevoerd. De baarden kunnen enorm groot worden, soms wel 5 M., — denk eens, wat een bek! Om van te dromen!
Het balein wordt in verwarmden toestand in vormen geperst. Het wordt gebruikt voör corsetten en orthopedische toestellen enz. (Zie Orthopedie).
