Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 13-08-2019

Reuzen

betekenis & definitie

Door alle eeuwen heen hebben de mensen elkander verhalen verteld over geweldig grote menselijke wezens, die „ergens ver weg” op de aarde leefden of geleefd hadden. Ze noemden deze wezens reuzen en wisten er een oneindig aantal boeiende, grappige of griezelige geschiedenissen van te vertellen.

In de mythen en sagen van alle oude volken zonder uitzondering spelen de reuzen een grote rol. Zo spreekt de Griekse fabelleer van reuzen of giganten als personificaties van woeste natuurkrachten; een bepaald soort reuzen, de cyclopen, was één-ogig.De Romeinen leefden in de mening, dat de Noordelijke gewesten, waarvan ze alleen wisten, dat het er koud en onherbergzaam was, met reuzen waren bevolkt.

Ook de Brahmaanse mythologie maakt melding van een geslacht van reuzen, dat in den strijd tegen de goden door den bliksem werd vernietigd. In de Germaanse godenleer komen de reuzen eveneens voor als tegenstanders der goden; ze werden ook wel hunen (Heune) genoemd en men zegt, dat het woord hunebedden (reuzengraven) nog aan dit oude volksgeloof herinnert.

In de Middeleeuwen met hun ridderromans en legenden leefde het geloof aan reuzen voort; vooral toen soms bij opgravingen beenderen van voorwereldlijke monsters werden gevonden. Men vertelt in dit verband wel cens, dat de kerkvader Augustinus een mammoets-tand, die honderd maal zo groot was als die van een mens, voor den tand van een reus hield en bewaarde.

Ook ons eigen land is, volgens tal van oude verhalen, in langvervlogen tijden door reuzen bewoond geweest. Een der bekendste reuzengeschiedenissen, die we voor de aardigheid hier laten volgen, is die van de reuzen Ellert en Brammert, die in het grijs verleden tussen Schoonoord en Zweelo (in Zuid-Oost Drente) woonden. Brammert was de vader, Ellert de zoon, en ze waren elkanders bitterste vijanden.

Dit kwam, omdat ze allebei den sleutel tot het geluk zochten en hem elkander niet gunden. Ze hadden overal over hun grondgebied touwen gespannen met klokken eraan, zodat telkens als er mensen voorbij kwamen, de klokken begonnen te luiden. Dan schoten Brammert en Ellert toe, beroofden en vermoordden de mensen en sleepten hun geld en goed naar hun hol. Doch den sleutel tot het geluk vonden ze niet. Eens kwam een lief, jong meisje op het veld. Ze had geen geld bij zich, maar toch hielden de reuzen haar vast, om voor hen de huishouding te doen.

En na een poosje werd Brammert door haar invloed zacht en vriendelijk; hij moordde en roofde niet meer en wilde het land verlaten. Voor het laatst sliep hij met het hoofd op een groten heuvel, die nog den Brammertshoop wordt genoemd. Ellert kwam voorbij en zag zijn vader in zijn slaap glimlachen.

„Hij heeft den sleutel tot het geluk”, dacht Ellert. Hij nam een ijzeren pin en sloeg die in Brammerts hoofd, zodat deze onmiddellijk stierf. Maar nog in zijn dood bleef Brammert glimlachen en Ellert vond den sleutel niet. Toen nam hij zijn zwaard en doodde zichzelf naast zijn vader, in wat nog altijd het Ellertsveld heet.

Een andere bekende reus is in de eerste plaats de reus Angouloffre, die 5 ½ m.

lang was. Zijn gezicht was bijna 1 meter breed, zijn neus 23 c.m. lang. Zijn armen en benen waren 1.8 m., zijn vingers meer dan 15 c.m. Zijn verbazend grote mond was van scherpe, puntige slagtanden voorzien. Hij zou van Goliath afstammen en noemde zich gouverneur van Jeruzalem. Hij werd door Roland verslagen.

Plutarchus heeft het over een reuzenkoning van 27 meter en Plinius noemt Orion 20 meter lang.

Van Polyphemus, den reus, die Odysseus gevangen hield, vertelde men, dat zijn geraamte gevonden was te Trapani op Sicilië in de 14e eeuw; hij zou 91 nieter lang zijn geweest. Deze fantastische reuzengestalten behoren natuurlijk tot het rijk der verbeelding, waarin ook het beroemde reuzenland Brobdignag uit Gullivers reizen van Swift thuis hoort. Meer historisch zijn Goliath van Gath, de Philistijnse reus, die door David werd verslagen en die 2.6 m. lang was en Og, de koning van Basan, wiens ijzeren bedstede (Deuteronomium III : 11) 9 mansellebogen lang en 4 breed was.

Hier volgen nog min of meer historische reuzen: Klaas van Kieten uit Spaarnwoude (zie de Gijsbrecht van Vondel), 2.67 m., Trijntje Cornelis-dochter Keever uit Edam t 1633, 2.53^2 m., Gerrit Bastiaansche de Hols te Lekkerkerk, overleden 1668, 2.6 m., Chang van Trychou (± 1866) 2.5 m., Max Miller, de Sakser, overleden 1734, 2.4 m. en de Ieren Cotter en Murphy 2.63 en 2.7 meter.

< >