Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 13-08-2019

Wajang

betekenis & definitie

Iedereen heeft wel eens een paar wajangpoppen gezien; vreemd, gedrochtelijk, met veel te lange armen, dunne halzen en benen of bizonder dik en wanstaltig, soms met grote, uitpuilende ogen en wijdopengesperden mond, waaruit een paar gruwelijke slagtanden te voorschijn komen. Zulke wajangpoppen zijn niet toevallig ontstaan; zij spelen een rol in het godsdienstige leven der bevolking van Java.

Het woord wajang betekent schaduw, doch wordt nu algemeen gebruikt voor een der vormen van het Hindoese toneel der Javanen en der Balinezen.

_ De oudste vorm van wajang is de wajang poerwa, waarbij de schaduwen van lederen poppen op een scherm geprojecteerd worden. De stof voor deze spelen is meest ontleend aan de oude Sanskritheldendichten Mahabharata en Ramayana. De poppen zijn fijn uitgesneden en gedeeltelijk verguld of verzilverd; zij hebben gewrichten aan armen en benen.

Voor het maken van wajangpoppen wordt gewoonlijk een verse buffelhuid gebruikt. Deze wordt strak over een raam van bamboe gespannen en na gedroogd te zijn, met een kort mesje afgeschrapt en van de haren bevrijd. Daarna wordt het vel berookt, om alle nog aanwezige vetdelen te verwijderen. Na afloop hiervan snijdt de wajangpoppenmaker naar een model de figuur. De pop wordt tenslotte met fijne beiteltjes bewerkt, gepolijst en wit gemaakt met as van verbrande beenderen. Op deze witte kleur worden de andere kleuren en soms ook het verguldsel aangebracht.

De vorm van de poppen verschilt naar gelang van de personen, die ze moeten voorstellen. Men onderscheidt twee hoofdtypen, het edele en het boze. Bij het eerste type liggen voorhoofd en neus in één lijn; de neus is fijn en lang en de ogen amandelvormig; het tweede type heeft een dik, rond hoofd met dikken neus, wijd opengesperde ogen met ronde pupillen en geopenden mond met slagtanden. Een deel der goden- en heldenfiguren, die steeds bij de wajangpoerwa-voorstellingen terugkeren, behoren tot de goeden, die overwinnen; — de meeste reuzen en halfgoden tot de bozen, die verslagen worden.

De wajang-poerwa-voorstellingen worden niet alleen beschouwd als vermakelijkheden, maar ook min of meer als godsdienstige plechtigheden. Het gaat er zeer ernstig bij toe en soms duren ze nachtenlang.

De vertoner van het wajangspel heet dalang. Hij neemt plaats voor een scherm van wit doek met bovenachter zich de wajanglamp, die de schaduwen op het scherm werpt. Verder heeft hij nog een ratelend instrument, dat hij met den voet aanslaat, en een houten hamertje, om tekens te geven aan de muzikanten. Iedere wajangvoorstelling wordt begeleid door gamelang-muziek. Terwijl de dalang de schaduwen der poppen op het doek doet vallen, spreekt hij de rollen der personen, die ze moeten voorstellen. Hiervoor bestaan handboeken, waaraan hij zich precies moet houden, en bovendien voegt hij er allerlei eigen „grappen” bij, die hij de clowns laat debiteren, tussen de onderdelen van den tekst.

Behalve de wajang poerwa, de oudste en voornaamste vorm van wajang, bestaan er nog zes andere vormen.

De wajang gedog onderscheidt zich van de wajang poerwa bijna alleen door het verschil in repertoire. Zij is minder oud dan deze. Er wordt ook een ander soort gamelang bij gebruikt en de verhalen, die verteld worden, zijn niet oud-Hindoes, doch zuiver Javaans. Het zijn uitsluitend de liefdesavonturen van Raden Pandji, den prins van Djengala. Verder kent men de wajang kelitik of karoetjil, waarbij houten, platte poppen worden vertoond, niet hun schaduwen, doch de poppen zelf, en de wajang g ol e k, voorgesteld door ronde, houten poppen met losse, beweegbare hoofden, welke op West-Java zeer populair is en in sommige streken zelfs de wajang poerwa verdrongen heeft.

Een heel ander soort wajang is die, waarbij de rollen niet door poppen, doch door levende mensen worden gespeeld. Hiervan zijn er twee soorten, de wajang topeng, waarbij de personen maskers dragen en de dalang de rollen opzegt, en de wajang w o n g, waarbij geen maskers worden gedragen en de spelers zelf spreken.

Als laatste soort zij nog vermeld de wajang b è b è r, waarbij men geen poppen, maar uitgerolde platen vertoont.