Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 13-08-2019

Wagner

betekenis & definitie

Richard Wagner (1813—1883), die eigenlijk W. R.

Wagner heette, was een Duits operacomponist, die te Leipzig geboren werd als zoon van een politie-schrijver. Na een verblijf te Dresden ontving hij te Leipzig viool-, piano- en compositie-onderwijs, terwijl hij tevens de Universiteit bezocht.In dezen tijd ontstonden reeds enige composities, w.o. een symphonie; in 1833 schreef hij zijn eerste opera „Die Feeën”, die pas in 1888 werd opgevoerd.

Sedert 1834 was Wagner achtereenvolgens opera-kapelmeester te Maagdenburg, Koningsbergen en Riga. In 1839 vertrok hij over Londen naar Parjjs, waar hij hoopte een positie te vinden en naam te maken als componist. In de Franse hoofdstad maakte hij echter een moeilijken tijd door; hij zag er zich genoodzaakt door allerlei ondergeschikten muzikalen arbeid in zijn onderhoud te voorzien. Ondanks deze moeilijkheden voltooide hij hier zijn opera’s „Riënzi” en „Der Fliegende Hollander”.

De eerste werd in 1842 onder leiding van den componist te Dresden opgevoerd; zowel het werk als de dirigent maakten zulk een groten indruk, dat Wagner benoemd werd tot hofkapelmeester. Toen arbeidde hij o.a. aan een nieuwe opera „Tannhauser”. In deze periode voltooide Wagner ook „Lohengrin” en werkte hij aan de teksten van den „Ring der Nibelungen”. In 1849 nam de heetgebakerde componist deel aan de revolutionnaire woelingen; hij moest toen de vlucht nemen en reisde eerst naar Weimar, waar Liszt hem zoveel mogelijk voorthielp, en daarna vertrok hij naar Zürich, waar hij jarenlang bleef. Hier schreef Wagner veel en voltooide den tekst van zijn „Ring”.

Dank zij den invloed van Liszt werd de „Lohengrin” in 1850 voor het eerst te Weimar opgevoerd en werd ook de „Tannhauser” door een aantal schouwburgen aangenomen, terwijl Wagner bovendien gedurende een seizoen de Philharmonische concerten te Londen dirigeerde. In 1859 vertrok hij uit Zürich naar Venetië en vervolgens naar Luzern, waar hij zijn „Tristan und Isolde” voltooide. In 1860 gaf hij in Parijs en Brussel concerten om zijn werk bekend te maken, die hem veel geld kostten. Toen een jaar later zijn „Tannhauser” op last van Napoleon III in Parijs werd opgevoerd, ontstond er een groot kabaal, zodat Wagner na de derde opvoering zijn werk moest terugnemen. Daar intussen amnestie was verleend, keerde hij naar Duitsland terug, waar hij zich te Biebrich vestigde.

Niet lang daarna, in 1864, ontving hij van koning Lodewijk II van Beieren de uitnodiging om als zijn gast naar München te komen, doch reeds een jaar later zag hij zich genoodzaakt deze stad weer te verlaten, waarop hij zich nabij Luzern vestigde. Hier voltooide hij zijn „Meistersinger” en werkte hij verder aan den „Ring”.

De eerste voorstelling van de „Meistersinger” vond in 1868 plaats en een jaar later volgde de première van „Rheingold”, het voorspel van de Ring-trilogie, dat een enorm succes oogstte. Nu streefde Wagner met kracht naar een verwezenlijking van zijn ideaal: de stichting van een gebouw, waar geregeld de opvoering van de meesterwerken der Duitse muziekdramatische kunst zou kunnen plaats hebben. Als plaats voor de vestiging van zulk een gebouw koos hij Bayreuth in Boven-Beieren, waar hij in 1871 ging wonen. Door de medewerking van den Beiersen koning en van de Wagner-verenigingen werd het voor den bouw vereiste kapitaal bijeengebracht en in 1876 hadden in het nieuwe gebouw de eerste opvoeringen plaats van den „Ring”, die bestaat uit het voorspel „Rheingold” en de trilogie „Die Walküre”, „Siegfried” en „Götterdämmerung”.

Wagners laatste werk was zijn „Parsifal” (1882). Den winter van 1883 bracht de oude meester te Venetië door en daar is hij plotseling overleden. Zijn tweede vrouw Cosima, een dochter van Liszt, bleef ook na zijn dood het middelpunt van het kunstleven te Bayreuth. Zij is daar in 1930 overleden.

De nieuwe denkbeelden van Wagner stuiten aanvankelijk wel op tegenstand, doch werden later aanvaard.