verkleinwoord van Lat. taberna, woning, tent of hut, is de naam van de tent, waarin de Israëlieten tijdens hun omzwerving door de woestijn en ook later in Kanaän de Ark des Verbonds bewaarden — zie ook: Israël en Ark.
In den Bijbel (Exodus) staat nauwkeurig beschreven, hoe de Tabernakel eruit zag: hij was geheel volgens Gods voorschrift gebouwd. De Tabernakel bestond uit sittimhouten planken, overtrokken met goud en van gouden ringen voorzien. Hij was omhuld met gordijnen van fijn linnen, hemelsblauw, purper en scharlaken, met cherubs van goud geborduurd. Over de gehele tent lag een kleed van geitenhaar en verder roodgeverfde ramsvellen en daarover een kleed van dassenvellen.
De eigenlijke Tabernakel bestond uit twee afdelingen: het Heilige en het Heilige der heiligen, gescheiden door den voorhang. In het Heilige der heiligen stond de Ark des Verbonds, hier mocht de Hogepriester slechts éénmaal per jaar binnentreden; in het Heilige stond een lage tafel van sittimhout, met goud overtrokken, en hierop lagen de toonbroden, die het gehele jaar door daar voor Gods aangezicht tentoongesteld moesten worden en eiken Sabbath door de priesters mochten worden gegeten.
Verder stonden in het Heilige de gouden kandelaar met zeven lampen en het gouden reukofferaltaar, waarop de Priester iederen morgen reukwerk brandde.
Voor den Tabernakel bevond zich de voorhof, omringd door een vierkant van korte koperen pilaren, door linnen gordijnen verbonden en dit was het enige gedeelte van het heiligdom, waar het volk mocht binnentreden. Daar stond het brandofferaltaar, waar de offers van de gelovigen werden gebracht en het koperen wasbekken, waarin de priesters handen en voeten moesten wassen, alvorens te offeren . In het Bijbels museum te Amsterdam is een tabernakel met alles, wat er bij behoort, in het klein te zien; alle materialen komen precies met de echte overeen: wat als goud staat aangegeven, is ook werkelijk van goud gemaakt. Wijlen ds. Schouten heeft aan de uitvoering van dit werk, dat enig in Europa is, een groot gedeelte van zijn vermogen ten koste gelegd.
Tabernakel heet ook de als brandkast ingerichte bewaarplaats voor het H. Sacrament des altaars in de R.K. Kerk. Het bevindt zich op het hoofdaltaar.
