Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 13-08-2019

Stroom

betekenis & definitie

Bij de electrische stromen onderscheiden wij gelijkstroom en wisselstroom. Electrischen gelijkstroom kunnen wij het best vergelijken met een waterstroom, die onder een bepaalden druk door een buis geperst wordt.

De hoeveelheid water, die in een zekeren tijd, b.v. één minuut, een bepaald punt van de buis passeert, hangt af van twee factoren: 1) de wijdte der buis, 2) de snelheid van voortbeweging der watermassa’s; terwijl deze snelheid afhankelijk is van den druk, die op het water uitgeoefend wordt, en van den weerstand, dien het stromende water ondervindt, voornamelijk door wrijving tegen den buiswand, doch ook door stroomwervelingen in het water. Bij den electrischen gelijkstroom neemt de geleiddraad de plaats in van de buis, den druk noemen we hier spanning.

De maateenheid voor de hoeveelheid electrische energie, die door den draad stroomt, is de Ampère, de spanning drukken wij in Volt uit, terwijl de weerstand in Ohm gemeten wordt. Gewoonlijk duidt men deze maateenheden aan door de letters I voor ampère, V voor volt en R voor ohm.

Zijn twee van deze grootheden bekend, dan kan' men de derde gemakkelijk berekenen, aangezien volgens de wet van Ohm I = V/R. De electrische energie stroomt van de negatieve pool (anode) door den gesloten geleiderkring naar de positieve pool (kathode) met een snelheid van 11800 k.m. per seconde.

Er zijn drie bronnen voor gelijkstroom: de generator (een machine, die meestal stromen van hoge spanning levert), de galvanische elementen (1 a 1 ½ volt per element, die veelvuldig verenigd worden tot batterijen) en de accumulator.Wisselstroom — de naam duidt het reeds aan — blijft niet in één richting doorstromen, maar wisselt voortdurend van richting, flitst van de ene pool naar de andere en terug. Men zou dit kunnen vergelijken met een trilling, die zich langs den draad voortplant. Zulk een loop, heen en terug, noemt men een periode en het aantal periodes per secunde heet de frequentie.

In Nederland gebruiken we voor het doen gloeien van onze lampen, voor het stoken van onze fornuizen, enz. meestal wisselstroom en dan met een frequentie van 50 periodes. Voor het opwekken van wisselstroom dienen de dynamo’s (zie: Electriciteit en Dynamo).