Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 13-08-2019

Stoommachine

betekenis & definitie

Als wij deze Encyclopedie 40 jaar geleden hadden uitgegeven, zouden wij aan deze machine, ook al wordt er op school daarover veel geleerd, nog een grote plaats hebben moeten inruimen. Want toen was de stoommachine de machine, die niet alleen wat fabrieken enz., maar feitelijk de hele maatschappij aan den gang hield.

De stoommachine als door een wonder verdwenen — en de hele maatschappij zou niet hebben kunnen functioneren!Dat is nu wat anders geworden. Zij is nog een ding van belang, de stoommachine, doch sedert de triomftocht van den motor is begonnen, is de stoommachine op de tweede plaats gekomen. De auto klopt de locomotief, het motorschip de stoomboot, de electrische centrales hebben, vooral indien zij op waterkracht werken, na het gas, een geweldige hoeveelheid stoommachines werkeloos gemaakt, en de terugtocht der (nog 40 jaar geleden zo triomferende) stoommachine houdt aan. Zij vraagt te veel verzorging, te veel extra werk, ze is te groot, te vuil, te duur — inderdaad wat een val!

Intussen, als wij voor de bizonderheden van de machine naar de school mogen verwijzen, blijft toch haar geschiedenis belangrijk. Deze begint 120 vóór Christus bij Heron van Alexandrië en de grote schilder Leonardo da Vinci vertelt ons zelfs, dat Archimedes het al over de stoommachine heeft gehad. Doch deze gedachten hebben toch een eeuw of 18 gesluimerd. Het is waar, dat Branca in 1629 den stoom een soort scheprad liet voortblazen, doch het is eerst Denis Papin (overleden 1714), die de betekenis van den stoom begrepen heeft. In 1712 komt dan Newcomen met een machine, die water uit een kolenmijn verwijdert. Het zou echter de grote Watt zijn, die in 1770 ten slotte een alleszins bruikbare stoommachine construeerde, waarmee de triomftocht begint.

In 1774 voltooide hij de ontwikkeling met zijn beroemd parallelogram. In 1810 waren er in Engeland al 5000 stoommachines, terwijl er in 1820 in Frankrijk nog slechts 200 waren en Duitsland eerst in 1830 goed begint. En sedert dien tijd neemt de betekenis steeds toe, totdat ineens in het begin van deze eeuw de motor aan dezen triomftocht een einde maakte — inmiddels had b.v. Pruisen het al in 1892 tot 51.089 stoommachines voor de industrie gebracht.