is de naam van den zetel van de Parijse Universiteit.
In de Middeleeuwen kreeg Robert de Sorbon, de biechtvader van Lodewijk den Heilige (Louis IX), van dezen in 1252 een huis te Parijs, om er een college te stichten voor godgeleerden. In het algemeen was men op deze school gekant tegen alle nieuwe stromingen, eerst tegen het Humanisme en de Hervorming en later ook tegen de Jezuïeten. Richelieu verschafte de school in het begin van de 17e eeuw een nieuw gebouw, waarvan vooral de nu nog bestaande kerk bekend is. In de 18e eeuw leidde de school een kwijnend bestaan en tijdens de Franse Revolutie werd zij opgeheven.
In 1808 werd de naam Sorbonne opnieuw gegeven aan de Parijse Universiteit, die toen drie faculteiten bezat: theologie, letteren en wijsbegeerte. Van 1885—1900 werd het gehele gebouw grondig gerestaureerd en toen ontstond de huidige grote gebouwengroep, die de zetel is van de faculté des Lettres (historie en letterkunde) en de faculté des Sciences (wiskundige en natuurwetenschappelijke faculteit).