Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 13-08-2019

Rijst

betekenis & definitie

Wat voor ons, Westerlingen, brood en aardappelen zijn, dat is voor de volken van het verre Oosten de rijst. De Chinezen en Japanners, de Voor-Indiërs en Maleiers, meer dan een half milliard mensen, leven hoofdzakelijk van rijst.

Deze nuttige plant behoort tot de familie der grasplanten. Waar de rijst het eerst verbouwd is, weet men niet met algehele zekerheid. Waarschijnlijk was het in China, waar reeds 2000 jaren v. Chr. de rijstkorrels een rol speelden bij een religieuze ceremonie. In den Bijbel wordt er geen gewag van gemaakt, noch in het Oude, noch in het Nieuwe Testament, wel echter in den Talmoed der Joden. Over geheel Oost- en Zuid-Azië is de rijstteelt verspreid; zij breidde zich vandaar over Perzië en Arabië uit en de Arabieren brachten deze kultuur naar Spanje en Italië.

In Amerika was de rijst onbekend. In 1694 zeilde een Hollands schip van Madagascar naar Charleston. De schipper had toevallig een zakje zaairijst aan boord, dat hij aan den gouverneur der stad schonk. Deze zaaide de korrels op een moerassig stuk grond in zijn tuin. De proef viel schitterend uit. Daarmede was de grondsteen gelegd voor den bloeienden rijstbouw in Zuid-Carolina.

Rijst heeft veel water nodig om te groeien. Men legt de velden liefst aan tegen een hellend vlak, terrasvormig, zodat het hemelwater, dat in den regentijd overvloedig valt, op de velden blijft staan. Elk terras is met een laag dijkje omgeven. Zulke velden noemt men sawah’s (zie aldaar). Het planten van de ontkiemende zaaikorrels geschiedt op Java met groot ceremonieel. Door de kampongbewoners wordt een feestmaaltijd (slamatan) gegeven, en de doekoen-pari (zie: Doekoen) spreekt gebeden uit, gericht niet alleen tot Allah en den Profeet, maar ook — of voornamelijk — tot Dêwi-Sri en Baginda-Kclir (oud-Javaanse godheden van den landbouw).

De geheel doorweekte grond is reeds met een eenvoudigen ploeg, getrokken door een paar karbouwen of sapi’s, omgewerkt. Men laat nu het water afstromen en in de modder worden de reeds ontkiemende zaden geplant. Bij de slamatan heeft men de zaaikorrels plechtig tussen twee lampen geplaatst, die de zon en de maan voorstellen en ze dan in vochtige pisangbladen gewikkeld. Zodra de worteltjes uitkomen, worden de korreltjes in kweekbeddingen geplant. Is het zaaisel opgeschoten, dat is na ± 50 dagen, dan worden de spichtige plantjes, bibit genaamd, aan de sawah’s toevertrouwd. De op de velden staande rijst heet padi.

De rijpende vrucht moet tegen de gevleugelde rovertjes, de rijstvogeltjes, beschermd worden, anders blijft er van den oogst niet veel over. Daarom worden op de velden wachthuisjes geplaatst; van deze huisjes uit zijn draden over het veld gespannen en aan die draden hangen lappen en klepperende stukjes bamboe en metaal. De kampongkinderen, die in de huisjes de wacht houden, hebben er natuurlijk veel schik in door trekken aan de draden de rijstdieven te verschrikken.

Als de oogst rijp is, worden de aren één voor één afgesneden met een mesje in den vorm van een halve maan. Na gedorst en gedroogd te zijn, is de rijst eetbaar en heet dan beras. Gekookt en op tafel gebracht, neemt de rijst voor de vierde maal een anderen naam aan en heet nasi. Nasi-goreng, de langzamerhand ook in ons land binnendringende schotel, is rijst met gebraden uien, ham, kalfsvlees enz. (goreng betekent gebraden).