Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Brood

betekenis & definitie

Ja, dat is nu zo’n onderwerp, waarvan je alles of niets kunt vertellen: een beetje dat gaat niet. Als je alleen al eens er over denkt, welk een plaats het woord „brood” in alle talen inneemt; in spreekwoorden en allerlei gedachtenvormen is opgenomen en verwerkt, dan wordt het je dra duidelijk, dat er geen beginnen aan is, om uitvoerig erover te spreken.

Al in Genesis in het verhaal van den zondeval des mensen in het Paradijs vinden we als een vloek, maar tevens zegen gesproken van het dagelijks werk des mensen, dat het zal zijn: in het zweet uws aanschijns zult gij brood eten en al bedoelen we dan eigenlijk heel ons bestaan als mens in alle verhoudingen ten opzichte van onze medemensen in gezin, maatschappij en staat, dan spreken we nog van: werken voor ons brood; broodwinning enz., terwijl het bedrag, in werkelijkheid daaraan besteed, verdwijnend klein is tegenover het geheel van de uitgaven.

En als de Heer Jezus, als Heiland der wereld, den mensen geluk aanbiedt door het geloof in Hem, klinkt het van Zijn gewijde lippen: Ik ben het Brood des Levens.

Wie nu wat meer weten wil van het brood, dat hij dagelijks eet, dan dat het lekker is en nooit verveelt, vraagt aan zijn bakker, om eens een kijkje te mogen nemen in de bakkerij. Maar dan moet je er een keertje vroeg opstaan voor over hebben, want als je ’s middags je verse broodje op tafel wilt hebben, moet de wekker bij den bakker al in den vroegen morgen aflopen. Maar ’t loont de moeite!