is de naam van een bepaalde plechtigheid der Rooms-Katholieke kerk. Wanneer de gelovigen en de geestelijkheid een ommegang in of buiten de kerk houden, is dat een processie.
De meeste processies beginnen bij het altaar in de kerk. Voorop gaat de geestelijkheid, één van hen draagt het kruis, dan volgen de koorknapen met kaarsen en wierookvaten, dan volgt de priester met het Allerheiligste en achter hem weer koorknapen. Dan volgen gewoonlijk de bruidjes, kleine meisjes in ’t wit gekleed, en de stoet wordt gesloten door de gelovigen, dikwijls nog gegroepeerd in de bestaande verenigingen, voorafgegaan van de verschillende vaandels. Onder het zingen en uitspreken van gebeden vervolgt de processie haar weg, die eerst is beëindigd, wanneer het Allerheiligste weer bij het altaar is aangekomen.
In Rooms-Katholieke landen en in ons land vooral in de Zuidelijke provincies kan men op Zondagen en R.K. hoogtijdagen, processies door de straten zien trekken.
