geestelijkheid
...
Wiktionary (2019)
geestelijkheid - Zelfstandignaamwoord 1. (religie) de gezamenlijke geestelijken (persoon die, vaak door een bepaalde religieuze wijding, de bevoegdheid heeft gekregen om godsdienstonderricht te geven en/of bepaalde gewijde handelingen te verrichten en/of religieuze bestuursfuncties uit te oefenen) ♢ Met steun...
Muiswerk Educatief (2017)
geestelijkheid - zelfstandig naamwoord uitspraak: gees-te-lijk-heid 1. de gezamenlijke geestelijken van een kerk ♢ de geestelijkheid neemt hier de besluiten Zelfstandig naamwoord: gees-te-lijk-heid de geestelijkheid...
Meindert Schroor PhH (2016)
Groep personen die, vaak door een bepaalde religieuze wijding, de taak en bevoegdheid heeft gekregen voor de zorg voor zielenheil (toedienen van de sacramenten, predicatie, catechisatie, optreden als geestelijk leider van gelovigen), bepaalde gewijde handelingen te verrichten en religieuze bestuursfuncties uit te oefenen. Zij worden onderscheiden v...
Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)
Personeel van een kerk, dat een zekere wijding heeft gekregen. De r.k. G. onderscheidt zich door een bijzondere kleding. Vroeger een der standen, vooral vóór de hervorming van grote invloed op het openbare leven. Formeel waren de geestelijke heren in recht en bestuur wrsch. geen grote factor ('abten commelduren deckenen prioren...
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
of clerus der R.K. Kerk, bestaat uit al de geestelijken of clerici, seculiere en reguliere, die ten minste door de kerkelijke kruinschering (tonsuur) onder de bedienaren van het altaar werden opgenomen.
M. J. Koenen's (1937)
v. (de gezamenlijke geestelijken: b.v. van een land, van een diocees): de Belgische geestelijkheid; de geestelijkheid v. h. bisdom.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: