Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 13-08-2019

Peper

betekenis & definitie

is het zaad, dat zich bevindt in de vruchten van de peperplant, oorspronkelijk een slingerplant, die, ook indien zij als heester voorkomt, gestut moet worden. Dit gewas groeit in verschillende variëteiten in tropische landen en vereist vruchtbaren grond, warmte en vochtigheid, enige schaduw en beschutting tegen wind.

Het vaderland van de peperplant ligt waarschijnlijk aan de kusten van Malabar (Zuidelijk deel van de Westkust van het Brits-Indisch Schiereiland); van daar heeft de plant zich over geheel Indië verspreid; zij wras wellicht reeds duizenden jaren voor het begin onzer jaartelling daar alom bekend. Ook in Midden- en Zuid-Amerika, Mexico, Guyana, Peru enz. komt deze plant voor.

De vrucht bestaat uit een gele of groene, min of meer sappige buitenbekleding, die bij volkomen rijpheid rood wordt. Daaronder is . een harde binnenlaag en daarbinnen bevindt zich ’t zaad, dat met ’n vluchtige olie doortrokken is, waaraan peper haar scherpen smaak dankt. De peper wordt in het algemeen onderscheiden in witte en zwarte peper. De bereiding van de laatste soort is de eenvoudigste: men gooit de vruchten op hopen en laat ze in de zon drogen. Zij worden dan zwart en rimpelig en als zij geheel droog zijn, kan men het zaad winnen door de verdorde vruchten met den voet te bewerken. Om witte peper te verkrijgen, zoekt men eerst de rijpste vruchten uit, welke in mandjes in stromend water ondergedompeld worden.

Na een week barst de buitenste laag of wordt zo zacht, dan men haar kan losmaken. Men spoelt de bekledingen weg en droogt de zaden, die nu een witte kleur gekregen hebben, in de zon.

De peperplant draagt tweemaal per jaar vruchten; een groten en een kleinen oogst De voornaamste uitvoerhaven van peper is Singapore; Sumatra levert echter in de Lampongs en in Atjeh ongeveer de helft van de wereldproductie. Verder komt er peper van Banka, Riouw en Banda; de cultuur, die veelal door Chinezen wordt uitgeoefend, is dikwijls zeer winstgevend.

Peper was reeds in de oudste Oudheid bekend, in het Sanskrit is de naam Maliche, de oude Indiërs spraken van pippali, welk woord door de Perzen op onze peper werd overgedragen.

In de nieuwe geschiedenis waren de Hollanders en Engelsen de grote importeurs van peper. Door de grote vraag konden in de 17de en 18de eeuw de prijzen soms geducht oplopen, waaraan onze uitdrukking „peperduur” nog herinnert.